3-3 lucht samenpersen DDL deel 1

Science klas 1 DDL
hhdhsdh


Lucht samenpersen 3-3 deel 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Science klas 1 DDL
hhdhsdh


Lucht samenpersen 3-3 deel 1

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik
je samengeperst lucht?

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen
  • Je kunt beschrijven wat gasdruk is en waardoor het wordt veroorzaakt.
  • Je kunt uitleggen hoe je gasdruk kunt meten.
  • Je kunt uitleggen wat overdruk betekent aan de hand van twee voorbeelden.
  • Je kent het verband tussen druk en volume van een gas.
  • Je kunt rekenen met de formule van Boyle.
  • Je kunt de werking van een ademautomaat uitleggen. (PLUS)

Slide 3 - Slide

samengeperst lucht voorbeelden
  • een duikfles van een duiker
  • een opgepompte fietsband
  • lucht die in een aquarium wordt geblazen
  • een voetbal
  • opblaasboot
  • luchtbed

Slide 4 - Slide

duikers 
  • een duiker kan onder water niet ademen
  • Daarom gebruikt hij een duikfles met lucht mee.
  • in de fles zit heel veel lucht samengeperst
  • de inhoud is 200 keer samengedrukt als je het met de luchtdruk vergelijkt.
  • de duiker neemt steeds kleine hapjes lucht

Slide 5 - Slide

gasdruk
  • De lucht die samengeperst is drukt tegen de wanden
  • dit noem je gasdruk
  • lucht pers je samen met een fiets pomp of compressor

Slide 6 - Slide

 duikfles vullen
  • gebeurt met een compressor
  • de lucht wordt wel  tot 200 keer samengeperst
  • in de lucht zit zuurstof en stikstof

Slide 7 - Slide

de manometer (1)
  • Met een manometer meet je 
    de druk in een duikfles
  • in de manometer zit een 
    gegolfd metalen plaatje 
  • het plaatje wordt door de druk
    in de fles omhooggedrukt

Slide 8 - Slide

Luchtdruk op zeeniveau
De luchtdruk op zee niveau = 1013 hectopascal
1013 hectopascal = 1,013bar
Dit ronden wij af op 1bar

Jeetje wat een moeilijke begrippen

Slide 9 - Slide

onthoud
De luchtdruk op zee niveau is afgerond 1 bar

Slide 10 - Slide

druk in een duikfles 
  • De druk in een duikfles is 200bar
  • De druk is 200 keer hoger dan de buitendruk

  • adem je deze 200bar in dan ontploffen je longen

Slide 11 - Slide

de adem automaat
  • Door een automaat te gebruiken kan een duiker veilig ademen.
  • De automaat laat steeds maar een beetje lucht door

Slide 12 - Slide

overdruk in een fles
  • als een duikfles leeg is staat de manometer op 0
  • Er zit echter nog wel de druk van de buitenlucht in
  • Die is afgerond 1 bar
  • is een fles vol dan staat hij bijv. op 100 bar
  • het verschil tussen de buitendruk en de lucht druk is dan 99 bar

Slide 13 - Slide

Een duikfles is helemaal gevuld.
De manometer staat op 100bar.
De luchtdruk is 1 bar. Hoe groot is het verschil (overdruk)?
A
1 bar
B
100 bar
C
99 bar
D
101 bar

Slide 14 - Quiz

Een duikfles is helemaal gevuld.
De manometer staat op 300bar.
De luchtdruk is 1 bar. Hoe groot is het verschil (overdruk)?
A
1 bar
B
300 bar
C
299 bar
D
301 bar

Slide 15 - Quiz

Een duikfles is helemaal gevuld.
De manometer staat op 200bar.
De luchtdruk is 1 bar. Hoe groot is het verschil (overdruk)?
A
1 bar
B
200 bar
C
199 bar
D
201 bar

Slide 16 - Quiz

Een autoband is helemaal gevuld.
De manometer staat op 3 bar.
De luchtdruk is 1 bar. Hoe groot is het verschil (overdruk)?
A
1 bar
B
3 bar
C
2 bar
D
4 bar

Slide 17 - Quiz

Een autoband is helemaal gevuld.
De manometer staat op 4 bar.
De luchtdruk is 1 bar. Hoe groot is het verschil (overdruk)?
A
1 bar
B
4 bar
C
3 bar
D
5 bar

Slide 18 - Quiz

Een autoband is helemaal gevuld.
De manometer staat op 5 bar.
De luchtdruk is 1 bar. Hoe groot is het verschil (overdruk)?
A
1 bar
B
5 bar
C
4 bar
D
6 bar

Slide 19 - Quiz

Als je shampoo fles leeg is is er dan vacuüm in deze fles?
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet
D
ik weet het nog steeds niet. Ik zou hier niet op klikken.

Slide 20 - Quiz

Als een pot pindkaas leeg is is er dan vacuüm in deze lege pot pindakaas?
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet
D
ik weet het nog steeds niet. Ik zou hier niet op klikken.

Slide 21 - Quiz

Als een fietsband leeg is is er dan vacuüm in deze band?
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet
D
ik weet het nog steeds niet. Ik zou hier niet op klikken.

Slide 22 - Quiz

Als een duikfles leeg is is er dan vacuüm in deze fles?
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet
D
ik weet het nog steeds niet. Ik zou hier niet op klikken.

Slide 23 - Quiz

Wat geeft de manometer van een duikfles aan als de fles leeg is?
A
0 bar
B
1 bar
C
100 bar
D
200 bar

Slide 24 - Quiz

flessen vergelijken
fles 1  is   10 liter                       fles  2  is   100 liter
Hoeveel keer groter is fles 2


Slide 25 - Slide

fles 1 = 10 liter fles 2 = 100 liter

Hoeveel keer groter is fles 2
A
1 x groter
B
10x groter
C
2 x groter
D
100 x groter

Slide 26 - Quiz

fles 1 = 5 liter fles 2 = 50 liter

Hoeveel keer groter is fles 2
A
1 x groter
B
10x groter
C
2 x groter
D
100 x groter

Slide 27 - Quiz

fles 1 = 10 liter fles 2 = 200 liter

Hoeveel keer groter is fles 2
A
2x groter
B
20x groter
C
4 x groter
D
200 x groter

Slide 28 - Quiz