6.3 deel 2 EU-vluchtelingen debat

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

Terugblik           15 min

Uitleg                  15 min

Debat                   15 min

6.3 De Europese eenwording

Vanaf wanneer gingen Europese landen samenwerken?

1. 1940
2. 1944
3. 1950
4. 1955

Welk land zat niet bij de Benelux?

1. Duitsland
2. Luxemburg
3. Nederland
4. Belgie

Welke samenwerking was er als eerst en daarna....

Eerst

Daarna

Daarna

Tenslotte

EGKS: waar staan de letters KS voor?

Waar is deze vlag van?

1. Benelux
2. EGKS
3. EEG
4. EU

Hoeveel landen zitten er bij de EU?

1. 27
2. 35
3. 51
4. 72

1. Belgie
2. Duitsland
3. Nederland
4. Frankrijk

1. Belgie
2. Duitsland
3. Nederland
4. Frankrijk

1. Denemarken
2. Spanje
3. Nederland
4. Frankrijk

1. Italië
2. Duitsland
3. Spanje
4. Frankrijk

1. Belgie
2. Portugal
3. Spanje
4. Frankrijk

1. België
2. Portugal
3. Spanje
4. Denemarken

Welk land ligt er op de plek met cijfer 5?

1. Servië
2. Slowakije
3. Duitsland
4. Tsjechië

Welk land ligt er op de plek met cijfer 6?

1. Cyprus
2. Griekenland
3. Albanië
4. Roemenië

Welk land ligt er op de plek met cijfer 8?

1. Letland
2. Rusland
3. Finland
4. Estland

Telefoons in de telefoontas

Pak je boek bij cursus 6.3

Dus we mogen stemmen!

Europees parlement- Brussel & Straatsburg

Wat doen ze eigenlijk allemaal? 

Wetten maken die voor heel Europa gelden

Maar let op! Elk land heeft ook nog eigen wetten, die niet overal hetzelfde zijn

Neem het schema over en vul op de juiste plek in 

1. In de bebouwde kom mag je 50 km per uur rijden
2. Je bent tot je 18e leerplichtig
3. In de Middellandse zee
   mag je niet zomaar vissen
4. Ik mag zonder visum naar 
   Portugal op vakantie
5. Ik mag niet zomaar een huis in een
   natuurgebied bouwen
6. Ik kan zonder problemen
   een jaartje in Spanje werken
7. Discriminatie is verboden

Regels alleen voor Nederland

Regels voor alle EU landen

Voorbeeld              Vluchtelingen

Debat 

Leef je in de drie groepen die betrokken zijn in

• De vluchtelingen
• De inwoners van Lesbos (Griekenland)
• Andere EU-landen 

• Verzin bij elke groep steeds één argument per stelling 
• Let op! Het is belangrijk om je in alle drie de groepen te kunnen verplaatsen

Stelling 1. 

De vluchtelingen moeten teruggestuurd worden naar hun eigen land, desnoods met geweld 

De drie groepen

- De vluchtelingen

- De inwoners van Lesbos (Griekenland)

- Andere EU-landen 

Stelling 2. 

De vluchtelingen moeten opgevangen worden in het land waar ze aankomen 

De drie groepen

- De vluchtelingen

- De inwoners van Lesbos (Griekenland)

- Andere EU-landen 

Stelling 3. 

De vluchtelingen moeten verdeeld worden over alle EU-landen 

De drie groepen

- De vluchtelingen

- De inwoners van Lesbos (Griekenland)

- Andere EU-landen 

Stelling 4. 

Alleen de kinderen van de vluchtelingen zijn welkom in Europa 

De drie groepen

- De vluchtelingen

- De inwoners van Lesbos (Griekenland)

- Andere EU-landen