Rijbewijs les 25

1 / 14
next
Slide 1: Slide
rijbewijsSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kijk naar de video.
Beantwoord de vragen in de video.

Slide 2 - Slide

11

Slide 3 - Video

01:16
Vanaf hoe ver moet een gevarendriehoek zichtbaar zijn?
A
30 m
B
50 m
C
100 m

Slide 4 - Quiz

02:36
Moet een passagier die uitstapt een fluovestje aandoen?
A
Ja
B
Nee
C
Enkel kinderen

Slide 5 - Quiz

06:31
Moet je verplicht een Europees aanrijdingsformulier in je auto hebben liggen?
A
ja, en dat moet in het Nederlands
B
ja, maar je mag de taal kiezen
C
nee, maar het is wel handig

Slide 6 - Quiz

06:38
Wat is een ongeval met stoffelijke schade?
A
Een ongeval waarbij mensen gewond zijn.
B
Een ongeval waarbij mensen overleden zijn.
C
Een ongeval waarbij geen mensen gewond zijn.

Slide 7 - Quiz

07:40
Hoe zorg je ervoor dat er niet meer ongevallen gebeuren?
A
Ik zet de gevarendriehoek.
B
Ik bel de hulpdiensten.
C
Ik regel het verkeer.

Slide 8 - Quiz

08:34
Over wat gaat het hier?
A
Een ongeval met enkel stoffelijke schade
B
Een ongeval met gewonden.

Slide 9 - Quiz

11:05
Moet elke auto-bestuurder een keuringsbewijs bij hebben?
A
nee, dat moet nooit.
B
ja, maar enkel auto's ouder dan 4 jaar.
C
ja, alle auto's

Slide 10 - Quiz

12:48
Mag je een gewonde pijnstillers geven?
A
Ja
B
ja, maar enkel Dafalgan
C
Nee

Slide 11 - Quiz

18:02
Wat is spookrijden?
A
In de verkeerde rijrichting rijden.
B
Te snel rijden.

Slide 12 - Quiz

01:16
Hoe ver moet je een gevarendriehoek plaatsen voor je auto op een autosnelweg?
A
30 m
B
50 m
C
100 m

Slide 13 - Quiz

01:16
Hoe ver moet de gevarendriehoek staan voor je auto op een gewone weg?
A
30 m
B
50 m
C
100 m

Slide 14 - Quiz