Samenvatting - Burgerschap - Periode 4


Burgerschap - Periode 4
-
Economie & financiën
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Burgerschap - Periode 4
-
Economie & financiën

Slide 1 - Slide

Vraag 1: Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waarin de overheid zich niet bemoeit met het welzijn van burgers
B
Een staat waarin burgers zelf verantwoordelijk zijn voor hun zorg en inkomen
C
Een samenleving waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg
D
Een land waar alleen bedrijven verantwoordelijk zijn voor het welzijn van werknemers

Slide 2 - Quiz

Vraag 2: Wat is het meest gebruikte betaalmiddel in Nederland?
A
iDEAL
B
Creditcard
C
Contant geld
D
Tikkie

Slide 3 - Quiz

Vraag 3: Wat zijn voordelen van een verzorgingsstaat?
A
Iedereen heeft toegang tot basisvoorzieningen zoals zorg en onderwijs
B
Burgers kunnen bij financiële problemen altijd terugvallen op de overheid
C
Inwoners hoeven geen belasting te betalen voor sociale voorzieningen
D
De overheid bepaalt voor iedereen welk beroep je moet uitoefenen

Slide 4 - Quiz

Vraag 4: Hoeveel jongeren tussen de 18 en 25 hadden in 2023 schulden bij een webshop (zoals Klarna)?
?
A
1 op de 20
B
1 op de 10
C
1 op de 5
D
1 op de 2

Slide 5 - Quiz

Vraag 5: Welke van de onderstaande opties is geen bestaande aanvullende (extra) zorgverzekering??
A
Fysiotherapie
B
Tandarts
C
Brillen en lenzen
D
Huisarts(consulten)

Slide 6 - Quiz

Uitleg

Een bezoek aan de huisarts wordt vergoed vanuit de basisverzekering, dus daar is geen aanvullende verzekering voor nodig. De andere drie – fysiotherapie, tandarts en brillen/lenzen – vallen vaak buiten het basispakket en kun je aanvullend verzekeren.

Slide 7 - Slide

Vraag 6: Waar of niet waar: Als je onder de 18 bent, kun je al een eigen onderneming starten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Uitleg

Met toestemming van je ouders mag dat!

Slide 9 - Slide

Vraag 7: Vanaf 2023 is er een verbod op ongerichte gokreclames en sponsoring. Wat betekent "ongericht" in dit geval?
A
Reclames die specifiek gericht zijn op mensen die al een gokverslaving hebben
B
Reclames die iedereen kunnen bereiken, zoals op tv, online of buitenreclame
C
Reclames die alleen te zien zijn op gokwebsites
D
Reclames die gemaakt zijn zonder toestemming van de overheid

Slide 10 - Quiz

Vraag 8: Waar of niet waar: Dropshipping betekent dat je een eigen voorraad moet kopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Uitleg

Bij dropshipping heb je géén voorraad, de leverancier verzendt direct.

Slide 12 - Slide

Vraag 9: Hoeveel jongeren tussen de 18 en 25 hadden in 2023 schulden bij een webshop (zoals Klarna)?
?
A
1 op de 20
B
1 op de 10
C
1 op de 5
D
1 op de 2

Slide 13 - Quiz

Vraag 10: Wat is matchfixing?
A
Het veranderen van spelregels zodat een team meer kans maakt
B
Het opzettelijk beïnvloeden van een sportwedstrijd om geld te verdienen via gokken
C
Het afzeggen van een wedstrijd omdat er te weinig spelers zijn
D
Het trainen van een team om een betere match te krijgen tegen tegenstanders

Slide 14 - Quiz

Vraag 11: Waar of niet waar: Als je fulltime ondernemer bent, heb je recht op vakantiegeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Uitleg

Je moet dat zelf regelen – het is jouw eigen bedrijf.

Slide 16 - Slide

Vraag 12: Stel, jij volgt een sportinfluencer die elke dag video’s post van zijn trainingen, maaltijden én nieuwe sportschoenen. Waar verdient hij waarschijnlijk zijn geld mee?
A
Door geldprijzen te winnen bij sportwedstrijden
B
Door het aantal volgers en likes op zijn Instagram en TikTok
C
Door samenwerkingen met sportmerken die hem betalen om producten te promoten
D
Door toegangsgeld te vragen aan volgers om zijn content te bekijken

Slide 17 - Quiz

Uitleg

Hoewel een groot aantal volgers en likes (B) helpt om aantrekkelijk te zijn voor merken, levert dat op zichzelf geen direct geld op. De meeste sportinfluencers verdienen door gesponsorde content: ze maken reclame voor sportkleding, supplementen of gadgets in ruil voor geld of gratis producten. Soms verdienen ze ook via YouTube-advertenties of betaalde platforms (zoals D), maar dat is minder gebruikelijk.

Slide 18 - Slide

Vraag 13: Wat is dropshipping?
A
Een manier van verkopen waarbij je zelf producten maakt en verkoopt via Instagram
B
Een methode waarbij je tweedehands spullen doorverkoopt via Marktplaats
C
Een vorm van online handel waarbij je producten verkoopt die rechtstreeks vanuit de leverancier naar de klant worden verzonden
D
Een manier van ondernemen waarbij je zelf een grote voorraad inkoopt en opslaat in je garage

Slide 19 - Quiz

Vraag 14: Je moet altijd belasting betalen over geld dat je verdient als ondernemer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Uitleg

Ook als je jong bent of weinig verdient — je moet het altijd melden!

Slide 21 - Slide

Vraag 15: Wie is er ondernemer in een zij-beroep?
A
Iemand die alleen voor een baas werkt
B
Iemand die fulltime een eigen bedrijf heeft
C
Iemand die een eigen bedrijf heeft én daarnaast een baan in loondienst
D
Iemand die alleen af en toe vrijwilligerswerk doet

Slide 22 - Quiz

Vraag 16: Wie werkt er in loondienst?
A
Iemand met een eigen kledingmerk op Instagram
B
Iemand die elke dag werkt bij een supermarkt en elke maand salaris krijgt
C
Iemand die zijn eigen klanten zoekt en zelf zijn prijzen bepaalt
D
Iemand die werkt zonder ervoor betaald te worden

Slide 23 - Quiz

Vraag 17: Wat is géén ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
V.O.F. (Vennootschap onder firma)
C
B.V. (Besloten vennootschap)
D
Werken via een uitzendbureau

Slide 24 - Quiz