1. Overlezen en stampen (werkt niet voor iedereen)
2. overschrijven Eng-Ned en andersom
3. Overhoren laten en woordjes/zinnen opschrijven
4. In kleine stukjes leren.
5. Maak omdraai kaartjes.
6. Maak gebruik van een overhoor programma. (memrise, wrts)