This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Met de noemer wordt bedoeld:
A
de breuk
B
het getal boven de streep
C
het getal onder de streep
D
geen flauw idee
Slide 1 - Quiz
Reken uit: 1/9 + 3/18 =
A
4/27
B
5/18
C
4/9
D
4/18
Slide 2 - Quiz
Schrijf de breuk zo klein mogelijk: 16/32
A
8/16
B
2/4
C
4/8
D
1/2
Slide 3 - Quiz
Reken uit: 1/7 x 3/8 =
A
29/56
B
3/56
C
4/8
D
4/15
Slide 4 - Quiz
wat weet je allemaal over breuken?
hand omhoog
Slide 5 - Slide
de breuk
teller/noemer
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
8/12 = 4/6 = 2/3
de teller en de noemer deel je door de grootste gemengde deler (ggd)
Slide 8 - Slide
de helen eruit halen
13/5 = 2 3/5
Slide 9 - Slide
de helen binnen de breuk brengen
2 4/7 = 18/7
Slide 10 - Slide
afspraak bij breuken
• breuken zo ver mogelijk vereenvoudigen • haal de helen eruit
Slide 11 - Slide
breuken optellen en aftrekken
• breng helen binnen de breuken • maak de breuken gelijknamig • neem de tellers samen, houd de noemers gelijk • vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit
Slide 12 - Slide
bijvoorbeeld
3/10 + 7/12 = 36/120 + 70/120= 106/120= 53/60
Slide 13 - Slide
breuken vermenigvuldigen
teller x teller noemer x noemer
Slide 14 - Slide
stappenplan vermenigvuldigen
breng helen binnen de breuken bereken teller x teller en noemer x noemer zo klein mogelijk opschrijven en haal de helen eruit