Commercieel les 2

Commercieel les 2
Woensdag 24 november toets
Tekstbron 2.1 t/m 2.23
40 meerkeuze vragen + 2 rekenopgaven
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Commercieel les 2
Woensdag 24 november toets
Tekstbron 2.1 t/m 2.23
40 meerkeuze vragen + 2 rekenopgaven

Slide 1 - Slide

Marketingmix
6 P's
Prijs
Promotie
Product
Presentatie
Personeel
Plaats

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over de arbeidsvoorwaarden gedurende een bepaalde periode.

Slide 4 - Slide

Wie mogen er aansluiten bij CAO onderhandelingen?
A
Vakbonden
B
Branche organisaties
C
Personeel
D
Directeuren

Slide 5 - Quiz

Groothandel, retailhandel en detailhandel

Groothandel verkoopt niet aan consumenten
retailhandel = producten en diensten aan consumenten
detailhandel = enkel producten

Slide 6 - Slide

Een taxichauffeur hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 7 - Quiz

Een supermarkt hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 8 - Quiz

Een kapper hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 9 - Quiz

Een HANOS (leverancier horeca) hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 10 - Quiz

Tekstbron 2.6

Goed doorlezen
Herken de volgende zaken:
Speciaalzaak - Discounter - Warenhuis - Cataloguswinkel - Pop-upstore; 
ambulante handel -postorderverkoop- teleshopping - webwinkel - automatenverkoop.


Slide 11 - Slide

Assortiment
Breedte: Aantal verschillende productgroepen
Diepte: Aantal varianten binnen 1 productgroep
Hoogte: Prijsniveau
Lengte: Aantal producten in voorraad 
Consistentie: Samenhang van de producten

Slide 12 - Slide

Jumbo bepaalt dat de prijzen iets omhoog gaan van de huismerken. Dit heeft te maken met...
A
hoogte van het assortiment
B
breedte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 13 - Quiz

Jumbo bepaalt er meer soorten hagelslag gaan komen iets omhoog gaan van de huismerken. Dit heeft te maken met...
A
hoogte van het assortiment
B
breedte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 14 - Quiz

Jumbo bepaalt dat er in de zomer naast meer vlees ook kant-en-klare BBQ's verkocht worden. Dit heeft te maken met...
A
hoogte van het assortiment
B
breedte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 15 - Quiz

Kern-/randassortiment
Kern = Brood bij de bakker
Rand = Niet standaard zoals wijn bij een kaasboer

Slide 16 - Slide

Lees tekstbron 2.8 thuis

Slide 17 - Slide

Locaties
A1-locatie
A2-locatie
B-locatie
Kijk naar: Centrum? Parkeergelegenheid? 
Voor- en nadelen van elke locatie

Slide 18 - Slide

1 = ??
A
A1-locatie
B
A2-locatie
C
B-locatie

Slide 19 - Quiz

2 = ??
A
A1-locatie
B
A2-locatie
C
B-locatie

Slide 20 - Quiz

3 = ??
A
A1-locatie
B
A2-locatie
C
B-locatie

Slide 21 - Quiz

Psychologische prijs
Prijs waardoor het goedkoper lijkt, maar afgerond toch het zelfde is. 

Slide 22 - Slide

Wat is een psychologische prijs wanneer de verkoopprijs €10,02 is?

Slide 23 - Open question

Distributie
Directe distributie = van productent naar consument
Indirecte distributie = via een winkel 

Slide 24 - Slide

Bedrijfskolom
Van oerproduct naar eindproduct
Melkboer -> Zuivelfabriek -> Distributiecentrum supermarkt -> Supermarkt -> Consument


Elk bedrijf voegt waarde toe aan het product en dus gaat de prijs telkens een beetje omhoog

Slide 25 - Slide

Zet in de juiste volgorde van oerproduct tot en met consument:
Distributiecentrum supermarkt, consument, melkboer, supermarkt, zuivelfabriek.

Slide 26 - Open question

Schapindeling
Reikhoogte 
Ooghoogte (Gouden schap) 
Grijphoogte
Bukhoogte

Slide 27 - Slide

B-merken staan veel op...
A
Reikhoogte
B
Ooghoogte
C
Grijphoogte
D
Bukhoogte

Slide 28 - Quiz

Welke producten staan op ooghoogte?
A
Producten van het huismerk
B
A-merken
C
Producten met de meeste winstmarge

Slide 29 - Quiz

Snoep ligt vooral op...
A
Ooghoogte
B
Bukhoogte
C
Grijphoogte
D
Reikhoogte

Slide 30 - Quiz

Fifo/lifo
First in first out: (Producten die als eerst over datum gaan vooraan zetten)
Last in first out: Tegenovergestelde

Slide 31 - Slide

Rekenopgaven

Slide 32 - Slide

Inkoopprijs
Brutowinst       + 
Verkoopprijs 
Btw                      + 
Consumentenprijs


Omzet                 (verkoopprijs x aantal)
Inkoopwaarde  (inkoopprijs x aantal) - 
Totale brutowinst
Kosten                  -
Nettowinst 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide


Rekenen met indexcijfer
Basisjaar = 100
In 2018 (BJ) was de prijs € 1,00 
In 2019 was de prijs € 1,03
Bereken prijsindexcijfer van 2019?

Slide 35 - Slide

En nu...

Ga bezig met het afmaken van je samenvatting en maak de rekenopgaven

Slide 36 - Slide