This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
herhaling hdst 6
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Verenigde Staten
Sovjet Unie
West-Duitsland
Oost-Duitsland
DDR
BRD
Communistisch
Kapitalistisch
Slide 2 - Drag question
Wat betekent het begrip de Koude Oorlog? Kies de beste omschrijving...
A
Oorlog tussen de VS en de SU.
B
Periode van tegenstelling tussen Oostblok en Westblok.
C
Periode van dreiging waarbij het niet tot een direct conflict is gekomen.
D
Oorlog tussen de NAVO en het Warschaupact
Slide 3 - Quiz
Wat was voor de VS geen reden om Marshallhulp te bieden?
A
De Verenigde Staten wilden zo voorkomen dat West- Europa communistisch werd.
B
De Nederlandse regering zou anders economische hulp vragen aan de Sovjet-Unie.
C
De landen die hulp kregen, werden bondgenoten.
D
Met een welvarend Europa konden de Verenigde Staten beter handelen.
Slide 4 - Quiz
Bij welk antwoorden staan alleen maar woorden die over 'Het Oostblok' gaan (en dus NIET over Het Westen)?
A
Bondsrepubliek Duitsland, DDR, Warschaupact, Navo
B
DDR, Warschaupact, Communisme
C
Communisme, Warschaupact, Navo
D
Bondsrepubliek Duitsland, Communisme, Navo
Slide 5 - Quiz
In de jaren 50 verliep de wederopbouw snel en goed dankzij de lage lonen, het Marshallplan en....?
A
de opkomst van de jeugdcultuur
B
De opkomst van de vrouwenbeweging
C
De komst van de kerk
D
De vondst van de gasbel in Slochteren
Slide 6 - Quiz
Een land met een overheid die veel geld uitgeeft aan onderwijs, gezondheidszorg en uitkeringen is:
A
Een welvarend land
B
Een verzorgingsstaat
C
Een nachtwakersstaat
D
Een consumptie
maatschappij
Slide 7 - Quiz
Welk begrip wordt bedoeld?
A
Emancipatie
B
Tweede Feministische golf
C
jeugdcultuur
D
Marshallhulp
Slide 8 - Quiz
Welk begrip hoort bij de bron?
A
jongerencultuur
B
kiesrecht
C
toenemende consumptie
D
Tweede Feministische Golf
Slide 9 - Quiz
De Tweede Feministische Golf streed voor ......
A
Kiesrecht vrouwen
B
betaling van huisvrouwen
C
recht op abortus
D
uitbreiding verzorgingsstaat
Slide 10 - Quiz
De reden dat de VS zich met Vietnam bemoeide is gebaseerd op:
A
De angst voor uitbreiding van het communisme
B
De angst voor uitbreiding van het westblok
C
De uitvoering van het Marshallplan
D
De televisiebeelden die Amerikanen zagen over Vietnam
Slide 11 - Quiz
Wat is GEEN gevolg van de toegenomen welvaart in Nederland vanaf de jaren '60?
A
Steeds meer Nederlanders gingen met de auto naar het werk
B
Er was volop werk te vinden in Nederland
C
De regering hield de lonen laag
D
Mensen kregen meer vrije tijd
Slide 12 - Quiz
Als machines het werk van mensen overnemen dan is er sprake van?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Bedrijfskolom
D
Toegevoegde waarde
Slide 13 - Quiz
Welk effect heeft de mechanisatie van de landbouw op de vraag naar landarbeiders?
A
De vraag naar landarbeiders daalt.
B
De vraag naar landarbeiders blijft hetzelfde.
C
De vraag naar landarbeiders stijgt.
Slide 14 - Quiz
In de jaren '80 was er veel werkloosheid in Nederland. Wat is daarvan GEEN oorzaak?
A
Automatisering
B
Mechanisatie
C
Het verhuizen van fabrieken naar landen met lage lonen
D
Het ontstaan van een kenniseconomie
Slide 15 - Quiz
Het overnemen van werk door computers is:
A
Automatisering
B
Mechanisering
C
Industrialisatie
Slide 16 - Quiz
Globalisering is toenemende verbondenheid van werelddelen.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Welk begrip wordt bedoeld?
A
Multiculturele samenleving
B
Pluriforme samenleving
C
Populisme
D
Globalisering
Slide 18 - Quiz
Volgens de lezeres van een van de eerste jongerentijdschriften, Hitweek, willen jongeren iets 'betekenen' en een eigen persoonlijkheid hebben. Welk begrip past daarbij?
A
jongerencultuur
B
individualisering
C
volgzaamheid
D
ontzuiling
Slide 19 - Quiz
Laatste vraag.....Waardoor ontstond individualisering? Er zijn twee antwoorden mogelijk.