Variaties wat moet je nu kennen/kunnen?

Oefenen met allerlei verschillende opgaven
Beantwoord de vragen binnen de tijd (2 minuten per vraag) houd zelf jouw score bij (2 punten bij een goed antwoord)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen met allerlei verschillende opgaven
Beantwoord de vragen binnen de tijd (2 minuten per vraag) houd zelf jouw score bij (2 punten bij een goed antwoord)

Slide 1 - Slide

Je injecteert een mengsel van serine, valine en asparagine in een gaschromatograaf. Je gebruikt een polaire kolom.
Rangschik de aminozuren naar oplopende retentietijd
A
Ser-Val-Asn
B
Val-Ser-Asn
C
Asn-Ser-Val
D
anders, de volgorde staat er niet bij

Slide 2 - Quiz

Je injecteert een mengsel van serine, valine en asparagine in een gaschromatograaf. Je gebruikt een polaire kolom.
Rangschik de aminozuren naar oplopende retentietijd
Polaire kolom

structuurformule aminozuren opzoeken en bepalen welke het meest polair is

Volgorde bepalen, lees de vraag zorgvuldig

Slide 3 - Slide

Je injecteert een mengsel van isoleucine, valine en alanine in een gaschromatograaf. Je gebruikt een apolaire kolom.
Rangschik de aminozuren naar oplopende retentietijd
A
Ile-Val-Ala
B
Ala-Val-Ile
C
Val-Ile-Ala
D
anders, de volgorde staat er niet bij

Slide 4 - Quiz

De productie van ijzer uit ijzererts kan worden weergegeven met de onderstaande reactievergelijking. Wat is de atoomeconomie van deze reactie (als geheel percentage)
2Fe2O3+3C4Fe+3CO2
A
16%
B
35%
C
56%
D
63%

Slide 5 - Quiz

Atoomeconomie:        m(gewenste product) / m(beginstoffen) x100%

m(gewenste product) = 4x55,85 = 223,4

m(beginstoffen) = m(producten)
m(beginstoffen) = 2x(2x55,85+3x16,00) + 3x12,01 = 355,43
of m(producten) = 4x 55,85 + 3x 44,01 = 355,43

Atoomeconomie = 223,4 / 355,43 x 100% = 63%
2Fe2O3+3C4Fe+3CO2

Slide 6 - Slide

Wat is de atoomeconomie van de productie van bio-ethanol via onderstaande reactie:
C6H12O62C2H5OH+2CO2
A
26%
B
50%
C
51%
D
100%

Slide 7 - Quiz

Onderstaande reactie bij de productie van titaan heeft een rendement van 80%. Wat is de E-factor van de productie van titanium uit titaanerts via deze reactie?
TiCl4+2MgTi+2MgCl2
A
0,20
B
3,0
C
4,0
D
5,2

Slide 8 - Quiz

Rendement 80%, bereken E-factor
E-factor = {m(beginstoffen)-m(werkelijke opbrengst)}/m(werkelijke opbrengst)

m(beginstoffen) = m(producten)
m(beginstoffen) = 47,87 + 4x35,45 + 2x 24,31 = 238,29
m(producten) = 47,87 + 2x (24,31  + 2x 35,45) = 238,29

m(werkelijke opbrengst) = 80/100 x 47,87 = 38,296

E-factor = (238,29 - 38,296) / 38,296 = 5,2
TiCl4+2MgTi+2MgCl2

Slide 9 - Slide

Bij de productie van tin wordt uit 1,6 ton tinerts (SnO) 1,1 ton tin gewonnen via onderstaande reactie. Wat is het rendement van dit proces?
2SnO+C2Sn+CO2
A
61%
B
69%
C
78%
D
88%

Slide 10 - Quiz

Bij de productie van tin wordt uit 1,6 ton tinerts (SnO) 1,1 ton tin gewonnen via onderstaande reactie. Wat is het rendement van dit proces? 
Rendement  = werkelijke opbrengst / theoretische opbrengst x 100%

werkelijke opbrengst = 1,1 x 10^6 / 118,7 = 9267,1 mol Sn

theoretische opbrengst: 
1,6 x 10^6 / 134,7 = 11878,2 mol SnO
dus kon er 2/2 x 118,78,2 = 11878,2 mol Sn ontstaan:

rendement = 9267,1 / 11878,2 x 100 % = 78%
2SnO+C2Sn+CO2

Slide 11 - Slide

Hoeveel punten heb jij behaald?

Slide 12 - Mind map