TBK-week2.7

TBK week 2.7
Grammatik
Wiederholung
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

TBK week 2.7
Grammatik
Wiederholung

Slide 1 - Slide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 2 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 3 - Drag question

Übersetze:
jij bent

Slide 4 - Open question

Übersetze:
zij (enkelvoud) heeft

Slide 5 - Open question

Übersetze:
u heeft

Slide 6 - Open question

i
d
e
w
i
s
e
st
t
en
en
t

Slide 7 - Drag question

Was ist der Stamm von:
'kaufen'
A
kaufen
B
kaufe
C
kauf

Slide 8 - Quiz

Was ist der Stamm von:
'radeln' (=fietsen)
A
rad
B
radel
C
rade
D
radeln

Slide 9 - Quiz

Übersetze:
jij doet (= machen)

Slide 10 - Open question

Übersetze:
hij luistert (= hören)

Slide 11 - Open question

Welke sterke werkwoorden krijgen een klinkerverandering in de tegenwoordige tijd?
A
alle sterke werkwoorden
B
werkwoorden met a en e in de stam
C
werkwoorden met e in de stam
D
werkwoorden met e-a-i-u

Slide 12 - Quiz

Welke twee vormen veranderen er bij Duitse sterke werkwoorden met een -e of -a in de stam?
A
ich, du
B
ihr, er/sie/es
C
du, er/sie/es
D
wir, du

Slide 13 - Quiz

Vervoeg het werkwoord.
Ich sehe was, was du nicht (ziet)
> sehen
A
sehst
B
siehst
C
sihst
D
sist

Slide 14 - Quiz

Sie (leest) ein Buch.
A
lest
B
liest
C
lieset
D
list

Slide 15 - Quiz


Du (slaapt) aber sehr lang.
A
schlafst
B
schlaft
C
schläfst

Slide 16 - Quiz

Er (loopt) langsam.
A
lauft
B
laufst
C
läuft
D
läufst

Slide 17 - Quiz

Ik kan de grammatica
A
Ik snap het goed
B
Ik moet het nog leren, maar het komt goed
C
Ik snap er niets van

Slide 18 - Quiz