Always, never B32 Monday At the Gym

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Woordvolgorde: always & never
always =
never =
often =
sometimes =
usually =

Deze geven aan hoe vaak iets gebeurt.

Slide 2 - Slide

Woordvolgorde
I am always very late.
He is never early for spinning class.
We are often at the gym.

Bij am/is/are, waar staat dan de bepaling van tijd?

Slide 3 - Slide

Woordvolgorde
Bij am/is/are staan deze woorden NA het werkwoord.

In een zin zonder am/is/are staan deze woorden VOOR het werkwoord.

I often go to the gym.
We sometimes see each other in kickboxing class.

Slide 4 - Slide

Waar moet het woord 'always'?

I ..1... go ..2.. to the gym by bike.
A
1
B
2

Slide 5 - Quiz

Waar moet het woord 'never'?

I ..1.. am ..2.. angry.
A
1
B
2

Slide 6 - Quiz

Waar moet het woord 'often'?

Jason ..1.. works out ..2.. at the gym.
A
1
B
2

Slide 7 - Quiz

Always betekent
A
nooit
B
altijd
C
soms
D
vaak

Slide 8 - Quiz

Often betekent
A
nooit
B
altijd
C
soms
D
vaak

Slide 9 - Quiz

Maak zelf een zin en gebruik always, never, often of sometimes

Slide 10 - Open question

Wat is er nog onduidelijk?

Slide 11 - Mind map

page 107 
Fill in the form to get a membership for the gym. You can also     use the 'useful phrases' on page 108. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide