Bijwoordelijke bepaling, deel 1
Elke bijwoordelijke bepaling is een eigen zinsdeel. Je kunt bij bijwoordelijke bepalingen altijd een vraag stellen:
Het antwoord op de vraag '
waar?' = de bijwoordelijke bepaling van
plaats.Het antwoord op de vraag 'wanneer?' = de bijwoordelijke bepaling van tijd.
De leerling moest de hele middag op school nablijven.
Waar moest de leerling nablijven? -> op school
Wanneer moest de leerling nablijven? -> de hele middag
Let op: niet elke zin heeft een bijwoordelijke bepaling.