Kerst

Kerstquiz
Tekst
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kerstquiz
Tekst

Slide 1 - Slide

Welke films kijken mensen met kerst? Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Love Actually
A Christmas Carol (Scrooge)
The Nightmare before Christmas
Home Alone
The Grinch

Slide 2 - Drag question

"Het was kerstochtend...."
Welk jaar was het in het liedje 'Flappie' van Youp van 't Hek?
A
1951
B
1961
C
1971
D
1981

Slide 3 - Quiz

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal wordt jou een fijne kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 4 - Quiz

Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in de boom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen

Slide 5 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Denneboom
B
Dennenboom
C
Denne boom
D
Dennen boom

Slide 6 - Quiz

Taalvoutjes!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Als of dan?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Als of dan?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Wat staat hier (letterlijk!)?
A
oma is gestolen
B
er is van oma iets gestolen

Slide 13 - Quiz

Hoe moet hij wel?
A
Daar kraait geen haan naar.
B
Daar blaft geen hond naar.
C
Dat raakt haan noch hond.
D
Dat is voor de honden

Slide 14 - Quiz

Welk woord is
fout?

Slide 15 - Open question

Hoe verbeter je
dat woord?

Slide 16 - Open question

Wat is de naam van deze band?
A
Chef'Special
B
Imagine Dragons
C
The Script
D
Maroon 5

Slide 17 - Quiz

Het is weer bijna...
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 18 - Quiz

Hoofdletters: Dit jaar begint kerstmis op woensdag, maar de kerstvakantie begint vrijdag al!
A
Kerstmis, Kerstvakantie
B
Woensdag, Vrijdag,
C
Kerstmis, Woensdag, Vrijdag
D
Kerstmis

Slide 19 - Quiz

Wat eten mensen het meest met kerst? 
Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Konijn
Varkenshaas
Kalkoen
Gourmetten
Eend

Slide 20 - Drag question

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. 
A
E
S
K
B
R
L
T

Slide 21 - Drag question

Welk kerstartikel werd vroeger gebruikt om heksen te verjagen?
A
Piek
B
Kerstster
C
Kerstkrans
D
Kerstbal

Slide 22 - Quiz

Welk land is in Europa de belangrijkste kerstbomenproducent?
A
Denemarken
B
Zweden
C
Noorwegen
D
Finland

Slide 23 - Quiz

Een witte kerst is een begrip in Nederland.
Maar euh... hoe vaak hebben we eigenlijk een witte kerst gehad in Nederland sinds 1900?
A
31 keer
B
8 keer
C
65 keer
D
47 keer

Slide 24 - Quiz

In welk land worden met kerst bananenbomen versierd i.p.v. kerstbomen?
A
Suriname
B
India
C
Colombia
D
Venezuela

Slide 25 - Quiz

Werkwoordspelling. Vul de zin aan:

Nu de kerst ... (naderen), zijn de dagen van deze ... (vetmesten) kalkoenen ... (tellen).

Slide 26 - Open question


Ik ... (houden) vroeger erg van Sinterklaas, maar nu meer van kerst.

Slide 27 - Open question

Afgelopen Kerst, .... (eten) jullie ook zalm met broccoli?

Slide 28 - Open question

Noteer de persoonsvorm(en):
Onze krantenbezorger krijgt een flinke kerstbonus, want hij verslaapt zich nooit.

Slide 29 - Open question

Vraag 6: Lijm de duo's. Wie vieren samen kerst?

Slide 30 - Drag question

Hoofdletter
Geen hoofdletter
zomer
waddenzee
veendam
maandag
messi
kerst
paasdagen
miami

Slide 31 - Drag question

Welk woord past er op de puntjes?

Slide 32 - Open question

Welk woord kun je op de puntjes invoeren?

Slide 33 - Open question

Welk woord schrijf je volgens de officiële regels met een hoofdletter?
A
Kerstbal
B
Kerstmis
C
Kerstfeest
D
Kerstdiner

Slide 34 - Quiz