21.3-2 Specifieke afweer en antistoffen deel 2 6V 2223

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Paragraaf 1 Dierenwelzijn

21.3 Specifieke afweer deel 2

Doel 21.3 deel 2

Je leert hoe B en T lymfocyten leren wat lichaamseigen en lichaamsvreemd is

Je leert hoe er miljoenen verschillende antistoffen kunnen zijn

1

2

4

5

3

Ontwikkeling witte bloedcellen

25% van de witte bloed-

cellen zijn lymfocyten,

ontstaan uit dezelfde

stamcel

Ontwikkeling witte bloedcellen

B cellen ontstaan in het

beenmerg.

Rijpen in lymfeknopen.

B cellen die kunnen binden

aan lichaamseigen 

antigenen gaan dood.

Ontwikkeling witte bloedcellen

T cellen ontstaan in het

beenmerg.

Rijpen in de thymus.

T cellen die kunnen binden

aan lichaamseigen 

antigenen gaan dood.

Ontwikkeling witte bloedcellen

De thymus zit achter het

borstbeen en verschrompelt 

in de puberteit

Immunoglobulinen

B-cel met receptor

Plasmacel met antistoffen

B-cel receptoren en antistoffen zijn eiwitten: immunoglobulinen

Immunoglobulinen

Immunoglobulinen

Immunoglobulinen

Door recombinatie een grote variatie aan antistoffen

Immunoglobulinen

Doel 21.3 deel 2

Je hebt geleerd hoe B en T lymfocyten leren wat lichaamseigen en lichaamsvreemd is

Je hebt geleerd hoe er miljoenen verschillende antistoffen kunnen zijn

Begrippen 21.3

beenmerg, thymus (zwezerik), immunoglobulinen, 

BINAS 21.3

BINAS 84I: Bloedcellen vorming

BINAS 84K: Antistoffen

BINAS 84L2 Humorale en cellulaire immuniteit

Huiswerk

21.3