2.4 Megastad, krachtstad met groeistuipen juiste

Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2 Steden
§ 2.4 Megastad, krachtstad met groeistuipen

Slide 2 - Slide

§ 2.4 Megastad, krachtstad met groeistuipen 
Leerdoelen:
- Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon-, werk- en milieuproblemen in een megastad. 
- Je begrijpt waarom de informele sector 'de smeerolie van de stedelijke economie' wordt genoemd.
- Je begrijpt hoe een krottenwijk kan veranderen.

Slide 3 - Slide

Opdracht (8-10 minuten)
Zoek met behulp van de tekst van H2 paragraaf 2.4 blz. 42 en 43 leerboek de antwoorden op onderstaande vragen. 
Schrijf de antwoorden op in je schrift.
1. Waarom trekken mensen naar megasteden?
2. Wat is het verschil tussen de formele en informele sector?
3. Wat zijn beroepen in de informele sector?
4. Op welke drie terreinen ontstaan in megasteden grote problemen?
5. Waardoor zijn bovenstaande problemen ontstaan?

Slide 4 - Slide

Waarom trekken mensen naar de stad?

Omstandigheden op het platteland zijn slecht.
Er is geen werk en nauwelijks voorzieningen.

Mensen trekken naar de stad in de hoop om werk te vinden (betere toekomst).

Slide 5 - Slide

Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 6 - Slide

Formele en informele sector (werk)

  • Arme landen
  • Landbouw en industrie sector het grootst 
  • Niet geregistreerd werk 
  • Betalen geen belasting
  • Rijke landen
  • Dienstensector het grootst
  • Betalen belasting
  • Geregistreerd werk
 

Slide 7 - Slide

Welke problemen kent de megastad in de niet-westerse wereld?
Wonen
Infrastructuur overbelast
Vervuiling
Werken

Slide 8 - Slide

Megastad in een arm land
  • 1990: 2,3 miljard mensen in steden, nu: 4 miljard
  • Verstedelijkingsgraad Afrika 11 keer zo hoog als in Europa
  • Gevolg: meer dan helft bevolking leeft in slums
  • Probleem: te weinig woningen!

Slide 9 - Slide

Vervuiling en verkeersproblemen
Drukte op de weg -> file, ongelukken

verkeer + fabrieken = luchtvervuiling (smog) 
giftige stoffen lozen in de rivier en in natuur. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Samengevat: problemen in megasteden (§2.4)
  • Tekort aan woonruimte: het verstedelijkingstempo is zo hoog dat mensen in krottenwijken moeten wonen. Deze zijn vaak vies, overvol en onveilig.
  • Hoge werkloosheid: gevolg een grote informele sector (of scharreleconomie).
  • Verkeersproblemen en vervuiling: Door de enorme groei kan het wegennetwerk de drukte niet langer aan. 

Slide 12 - Slide

Verschillen in slums
1. Oudere slums liggen door groei van steden in de stad zelf.

2. De overheid zorgt hier voor basisvoorzieningen zoals wegen, riolering en elektriciteit.

3. Dat stimuleert de bewoners om hun huizen op te knappen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Nieuwe slums
De nieuwste slums liggen aan de rand van de stad. 
Deze zijn het armoedigste.
Geen riolering, geen elektriciteit, 
niet aangesloten op het waternetwerk enz. 


Slide 15 - Slide

Sloppenwijken
Sloppenwijk
Favela
Shanty town
Slums
Bidonville

Slide 16 - Slide

Check leerdoelen.
Leerdoelen:
- Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon-, werk- en milieuproblemen in een megastad. 
- Je begrijpt waarom de informele sector 'de smeerolie van de stedelijke economie' wordt genoemd.
- Je begrijpt hoe een krottenwijk kan veranderen.

Slide 17 - Slide

Nu:
 De eerste 10 min. werk je in stilte en zelfstandig.
Werk van 1 t/m 2, daarna eigen keuze.
1. Maken werkboek blz. 44 vraag 1-2-6-7
2. Maak herhalingsopdracht werkboek blz. 46 paragraaf 2.4
Kies dan uit:
3. Maken verdiepingsopdrachten blz. 48 en 49 werkboek (alle paragrafen).
4. Zet de begrippen van H2 Steden in StudyGo en overhoor je zelf.
5. Schrijf zelf een samenvatting of mindmap van een paragraaf die je moeilijk vindt.
6. Lees de samenvattingen op blz. 50 en 51 van je leerboek.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video