Lire TB p. 16/17 WB p. 26/27
Opdracht 27-> lees eerst de vragen en lees daarna de tekst die je nodig hebt om antwoord te geven
Opdracht 28-> welk woord hoort er niet bij, waarom?
Opdracht 29-> geef antwoord op de vragen
Je werkt in rust. Overleggen mag. Je blijft op je plek zitten. Ik loop rond