8.2 Kracht en beweging

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

8.2 Kracht en beweging

In deze paragraaf leer je:

• Hoe je een kracht kunt meten
• Waardoor er een beweging ontstaat
• Welke krachten tegen kunnen werken
• Welke krachten er werken als je fietst

Krachtmeter

Met een veerunster kun je krachten meten. Hoe stugger de veer, hoe groter de kracht is die je kunt meten.

Meetbereik

Het meetbereik van de krachtmeter is wat je tussen de hoogste en laagste waarde kunt meten. 

Voor de meest nauwkeurige meting zorg je dat je de krachtmeter met het juiste bereik gebruikt en de veer op 0 staat.

Welke veerunster bevat de sterkste veer.

1. linker
2. middelste
3. rechter

Aan een veerunster hangt een blokje. Je ziet een afbeelding van de schaalverdeling van de veerunster met aanwijzing.
A 1,05N
B 1,15N
C 1,25N

1. 1,05 N
2. 1,15 N
3. 1,25 N

Je hangt een gewichtje van 100 g aan een veerunster.
Wat geeft de veerunster aan?
A 1N
B 10N
C 100N
D 1000N

1. 1 N
2. 10 N
3. 100 N
4. 1000 N

Beweging

Bewegen

Om te kunnen bewegen moet er een kracht op uitoefenen.

Dit kunnen verschillende krachten zijn: zwaartekracht, motorkracht, spierkracht etc.

Weerstand / remmende krachten

Wanneer krachten een tegenwerkend effect hebben, dan noem je dat soms ook wel weerstand. Voorbeeld: als tegen de wind in fietst, heb je meer luchtweerstand. Door de luchtweerstand moet je harder fietsen om vooruit te komen

wrijvingskracht

Als je over straat fietst, heeft je band met de grond wrijvingskracht. Ook als je remt geven je remblokken wrijvingskracht op je banden. Dan vertraag je. Door spierkracht kun je versnellen (trappen)

Wrijvingskracht werkt beweging altijd tegen.

1. Niet altijd
2. Niet voor alle soorten wrijvingskracht
3. Voor één soort wrijvingskracht
4. Dit klopt

Als de snelheid constant is,
dan is de voortstuwende kracht

1. groter dan de wrijvingskracht
2. kleiner dan de wrijvingskracht
3. gelijk aan de wrijvingskracht

Welke kracht is bij wielrennen de grootste tegenwerkende kracht ?

1. Zwaartekracht
2. Kleefkracht
3. Wrijvingskracht
4. Luchtweerstandskracht

Een fietser rijd de berg op. Welke krachten werken hem tegen?

1. Zwaartekracht
2. Wrijvingskracht
3. Luchtweerstand
4. Alle 3 genoemde krachten

Practicum

1. Voer het practicum uit op de volgende dia.

2. Neem de tabel over op een a4 papiertje en vul de resultaten in

3. Maak een foto van je tabel en stuur deze in de prive chat naar je docent

Practicum!

Je mag verder werken aan je opdrachten in je boek