herhaling hoofdstuk 4

herhaling hoofdstuk 4
spelling
grammatica
taalverrijking - rijm
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

herhaling hoofdstuk 4
spelling
grammatica
taalverrijking - rijm

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is het verkleinwoord van opa?
A
opatje
B
opa'tje
C
opaatje
D
opa's

Slide 3 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van ski?
A
ski'tje
B
skiën
C
skie'tje
D
skietje

Slide 4 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van café?
A
cafeetje
B
cafeétje
C
café'tje
D
cafees

Slide 5 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van baby?
A
baby'tje
B
babytje
C
baby's
D
baby's

Slide 6 - Quiz

Woordsoorten

Slide 7 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
namen van mensen
B
namen van mensen en dieren
C
namen van mensen, dieren en dingen
D
namen van mensen dieren, dingen en plaatsen

Slide 8 - Quiz

Noteer alle znw uit de zin:
Piet haalt 2 gebakjes bij de bakker in Zundert.

Slide 9 - Open question

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Noteer alle bnw uit de zin.
De stoere meisjes halen de bange kat uit de hoge boom.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Welk woordsoort heeft is het woord (erg) in de zin?
De hond is erg lief.
A
werkwoord
B
zelfstandig nw
C
bijvoeglijk nw
D
bijwoord

Slide 13 - Quiz

Welk woordsoort heeft is het woord (lief) in de zin?
De hond is erg lief.
A
werkwoord
B
zelfstandig nw
C
bijvoeglijk nw
D
bijwoord

Slide 14 - Quiz

Rijm

Slide 15 - Slide

Assonantie (klinkerrijm)
Klinkers die hetzelfde zijn
ZIET - RIEM

Slide 16 - Slide

assonantie (klinkerrijm): 
De oude gouden auto. 

Slide 17 - Slide

Alliteratie

 

Duffe Donald Deed Dom

Slide 18 - Slide

Alliteratie (beginrijm)
Medeklinkers die hetzelfde zijn aan het begin van een woord
WILLIE WORTEL
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan

Slide 19 - Slide

EINDRIJM
Je hebt iemand nodig
stil en oprecht
Die als het erop aankomt
voor je bidt of voor je vecht
Eindrijm
Eindrijm

Slide 20 - Slide

Wat voor soort rijm herken je?
A
Eindrijm
B
Assonantie
C
Alliteratie
D
Er is geen rijm.

Slide 21 - Quiz

wat voor soort rijm herken je?
De Sint zat te denken,
wat hij Mees zou schenken.

A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Geen rijm

Slide 22 - Quiz

wat voor soort rijm herken je?
De tuin ruikt kruidig.

A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
geen rijm

Slide 23 - Quiz

Aan de slag

Maken: H4 Thuis
Paragraaf 4.7 Taalverrijking
C: deel 2: woordenlijst

Slide 24 - Slide