Ambiguïteit - H3C/H3D

Nederlands - H3 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands - H3 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Welk woord kan je dubbelzinnig
(=ambigue) interpreteren in het vorige
plaatje?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Welk woord is dubbelzinnig
(=ambigue) in het vorige plaatje?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Op welke manieren kun je deze kop (vorige slide) interpreteren/uitleggen?

Slide 12 - Open question

Ambiguïteit
Ambigue = dubbelzinnig 
(op meerdere manieren op te vatten door bijvoorbeeld):
1) gebruik van homoniem (woord met meerdere betekenissen)
2) woordgroep met meerdere betekenissen
3) redekundig ontleden
4) onduidelijke verwijzing

Slide 13 - Slide

1. homoniem (woord met meerdere betekenissen)
De taxichauffeur zette zijn klanten af.

  • Hier kan afzetten betekenen 'afleveren', maar ook 'te veel laten betalen'.

.

Slide 14 - Slide

2. woordgroep met meerdere betekenissen

Het schilderij van oom Karel is gestolen.

  • Oom Karel is de eigenaar
  • Oom Karel is op het schilderij afgebeeld.
  • Oom Karel  heeft het schilderij gemaakt.


Slide 15 - Slide

3. je kan een zin soms op 2 maniere ontleden
De man sloeg de hond met de stok.

De man / sloeg / de hond / met de stok.
                                LV            BWB
De man /sloeg /de hond met de stok.                                                      LV

Slide 16 - Slide

4. onduidelijke verwijzing
Dylan vroeg Igor en zijn vriendin mee naar het zwembad.

  • vriendin van Dylan?
  • vriendin van Igor?

Slide 17 - Slide

Nog enkele voorbeelden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ga zoeken op internet naar:
'ambigue', 'dubbelzinnig' of 'woordspeling'.
Maak 2 screenshots van een ambigue plaatje of een ambigue (reclame)slogan en plaats deze hieronder (minimaal 2!).

Slide 23 - Open question

Op welke 2 manieren kan je deze zin uitleggen?
dus: waarom is deze zin ambigue?):

"ME slaat man met knuppel neer."

Slide 24 - Open question

Op welke 2 manieren kan je deze zin uitleggen?
(dus: waarom is deze zin ambigue?):

"Waar heb je de tekening van mijn zusje gelaten?"

Slide 25 - Open question

Op welke 2 manieren kan je deze zin uitleggen?
(dus: waarom is deze zin ambigue?):

"Jan laat de docent weten dat zijn handschrift onleesbaar is."

Slide 26 - Open question

Op welke 2 manieren kan je deze zin uitleggen?
(dus: waarom is deze zin ambigue?):

"Karin vertelt Sanne dat ze vanavond vroeg naar bed moet."

Slide 27 - Open question

Op welke 2 manieren kan je deze zin uitleggen? (dus: waarom is deze zin ambigue?):

"Het slot was echt prachtig!"

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Video