Kader herhaling berekeningen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
      Leerdoelen
1. Berekeningen van hoofdstuk 1 herhalen
2. Berekeningen van hoofdstuk 2 herhalen

Slide 3 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Oud saldo: € 15,82
Ontvangen: € 6,18
Betaald: € 25,00
Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - betalingen
Zelf berekenen

Slide 4 - Open question

This item has no instructions


Hoeveel is 18% van € 250?

Slide 5 - Open question

33 - Domein: verhoudingen
'Rekenen met procenten’ kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F. Wel zorg je ervoor dat er in het geval van  een geldbedrag altijd een mooi rond getal uitkomt.

Fred krijgt 20% korting op alles. Hoeveel euro moet hij betalen?
Typ het getal.  

Slide 6 - Open question

43 - Domein: verhoudingen (antwoorddia)
Rekenen met procenten kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F.
Bereken je gemiddelde cijfer en noteer je berekening.
Je toetscijfers:

6,5 - 6,1 - 4 - 7,5(2x)

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Mike krijgt elke week €30,- zakgeld. Hoeveel krijgt hij per maand?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ria krijgt €200 euro zakgeld per maand. Hoeveel krijgt ze per week zakgeld?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

€ 23 per week = € .... per maand? Rond af op twee decimalen.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Begroting
Begroting = overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld Begroting

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat levert je spaargeld op?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stel je hebt €200 op je spaarrekening staan. En je krijgt 3 % rente. Hoeveel is 3 % van €200 ?
Reken dit uit met een verhoudingstabel.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Je zet € 1500,00 op een spaarrekening. Je krijgt 0,4% rente. Bereken je rente na 7 maanden met enkelvoudige rente.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Percentage berekenen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Percentage berekenen
Percentage = (aantal of bedrag ÷ totaal) × 100

Je krijgt € 30 korting op een jas van € 125.
Hoeveel % korting heb je gekregen?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Je leent 140 euro en je betaalt 9,52 euro rente. Hoeveel procent rente betaal je?
A
1470,6%
B
9,5%
C
6,8%
D
1%

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Je leent €200. In totaal betaal je 215 terug voor deze lening. Welk bedrag heb je aan rente betaald?
A
€15
B
€200
C
€215
D
€150

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Ik wil de rente berekenen van mijn gespaarde geld van € 6.849. De rente is 3%. Bereken de rente die ik ontvang.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Er zijn 22 leerlingen in een klas.
7 leerlingen hebben een Samsung telefoon. Hoeveel % is 7 van de 22?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 29 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.