Les 2 - Een leven lang leren

Les 2 - Een leven lang leren
Thema 2.2 - Jongeren
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 2 - Een leven lang leren
Thema 2.2 - Jongeren

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  •  de 4 manieren waarop socialisatie plaatsvindt noemen.
  • uitleggen wat sociale controle is en voorbeelden negatieve/positieve sancties.
  • voorbeelden geven van rolbevestigend en roldoorbrekend gedrag.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling: Aangeboren of aangeleerd?
  • Opdracht: Vragen 2.2
  • Uitleg: Sociale controle 
  • Opdrachten HW maken

Slide 3 - Slide

1. Een timmerman slaat op zijn duim en schreeuwt het uit van de pijn.

Slide 4 - Slide

2. Een naaister begint luidt te vloeken als ze de naald in haar vinger steekt.

Slide 5 - Slide

3. Een meisje is verliefd op een ander meisje.

Slide 6 - Slide

4. Een jongen treedt samen met zijn moeder op tijdens een zangwedstrijd.

Slide 7 - Slide

5. Susan stottert.

Slide 8 - Slide

6. Een voetballer krijgt vaak een rode kaart vanwege zijn ruwe spel.

Slide 9 - Slide

7. Een zoon wil net als zijn vader boer worden. 

Slide 10 - Slide

Vragen 2.2 - Een leven lang leren
1. Op welke 4 manieren leren we?
2. Wat wordt er bedoeld met sociale controle?    3. Wat zijn sancties? 
4. Geef zowel een voorbeeld van een postieve  als een negatieve sanctie.
5. Wanneer is gedrag geïnternaliseerd?
6. Wat wordt er bedoeld met 'identiteit'?
7. Wat zijn rolpatronen?
8. Leg het verschil uit tussen rolbevestigend gedrag en roldoorbrekend gedrag.
9. Wat is genderneutraal?

Slide 11 - Slide

Hoe leren we?
1.  informatie, aanwijzingen
2. imitatie
3. ervaringen
4. experimenteren

Slide 12 - Slide

Vragen 2.2 - Een leven lang leren
1. Op welke 4 manieren leren we?
2. Wat wordt er bedoeld met sociale controle?    3. Wat zijn sancties? 
4. Geef zowel een voorbeeld van een postieve  als een negatieve sanctie.
5. Wanneer is gedrag geïnternaliseerd?
6. Wat wordt er bedoeld met 'identiteit'?
7. Wat zijn rolpatronen?
8. Leg het verschil uit tussen rolbevestigend gedrag en roldoorbrekend gedrag.
9. Wat is genderneutraal?

Slide 13 - Slide

Goed of fout gedrag?
Gedrag wordt voortdurdend door onze omgeving gezien en gecontroleerd

  • Dat heet: sociale controle

  • Jouw omgeving laat zien of het jouw gedrag accepteert of niet, met sancties

Slide 14 - Slide

Vragen 2.2 - Een leven lang leren
1. Op welke 4 manieren leren we?
2. Wat wordt er bedoeld met sociale controle?    3. Wat zijn sancties? 
4. Geef zowel een voorbeeld van een postieve  als een negatieve sanctie.
5. Wanneer is gedrag geïnternaliseerd?
6. Wat wordt er bedoeld met 'identiteit'?
7. Wat zijn rolpatronen?
8. Leg het verschil uit tussen rolbevestigend gedrag en roldoorbrekend gedrag.
9. Wat is genderneutraal?

Slide 15 - Slide

Zonder na te denken...
Internalisatie = gedrag is vanzelfsprekend geworden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lezen: Hoofdstuk 2.2 - 
Maken 1 tot en met 8
AAN DE SLAG!
timer
8:00

Slide 19 - Slide