§9, 10: Historische achtergrond (1500-1700) + De Renaissance
§9: Historische achtergrond
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
§9: Historische achtergrond
Slide 1 - Slide
Na de Middeleeuwen
1) Feodale stelsel maakte plaats voor centraal geregeerde staten.
1
Slide 2 - Slide
Na de Middeleeuwen
2) De burgerij werd steeds machtiger
2
Slide 3 - Slide
Na de Middeleeuwen
3) De kerk viel uiteen in katholieken en protestanten.
Er volgenden diverse godsdienstoorlogen tot in de 17e eeuw. --> Gevolg
1566
Beeldenstorm
3
Slide 4 - Slide
Republiek der zeven verenigde Nederlanden (1586-1795)
- Gewest Holland maakte de dienst uit - Kwamen regelmatig bijeen om gezamenlijk te vergaderen (De Staten Generaal). - Machtigste man was de landsadvocaat / raadspensionaris van Holland (Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt).
Amsterdam
Centrum van de macht en welvaart
4
Slide 5 - Slide
Willem van Oranje
- Edelman, tegenstander van Filips II - Vluchtte na de Beeldenstorm - Streed vanuit Duitsland, voerde ook propaganda (Wilhelmus) - 'Vader des vaderlands' - Stadhouder (1572 - 1584)
Strijd met raadspensionaris
Stadhouders streefden naar een centraal geregeerde staat, raadspensionarissen verdedigden de gewestelijke autonomie.
7
Slide 6 - Slide
1584
Moord op Willem van Oranje door Balthasar Gerards.
8
Slide 7 - Slide
Gouden eeuw
Het noorden beleefde een gouden eeuw op het gebied van kunst, economie en wetenschappen.
Tachtigjarige oorlog (1568-1648) eindigde met de vrede van Münster.
9
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
§10: De Renaissance
Slide 11 - Slide
Kunst en cultuur
Renaissance = wedergeboorte
14e eeuw, Italië
Terugkijken naar het glorierijke verleden: de Romeinse tijd en de daaraan voorafgaande Griekse cultuur
bestudeerd door de humanisten
1
Slide 12 - Slide
Renaissance
Hoogste ideaal: homo universalis
'Universeel mens', blonk uit op alle gebieden van de menselijke cultuur
Empirisme: zelf experimenten en ervaringen opdoen en daarvan leren.
Slide 13 - Slide
3 kenmerken
Slide 14 - Slide
1. Antropocentrisme
<> theocentrisme
Menselijke prestaties waren niet langer ingegeven door God, maar kwamen uit de persoon zelf voort.
2
Slide 15 - Slide
2. Individualisme
Ieder was een individuele persoonlijkheid die tot grootse dingen in staat was, niet dankzij de gemeenschap waarin hij leefde, maar door zijn eigen verstand en wilskracht
3
Slide 16 - Slide
3. Empirisme
het zelf onderzoeken/willen uitvinden hoe de natuur en de wereld in elkaar zitten.