This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Zorgen ervoor dat
woorden, zinnen en alinea's
met elkaar samenhangen.
Aan een
signaalwoord en de contextg
zie je met
welk tekstverband
je te maken hebt.
- chronologisch verband
- opsommend verband
- tegenstellend verband
- toelichtend verband
- concluderend verband
- doel/middel verband
- redengevend verband
- oorzakelijk verband
- vergelijkend verband
- samenvattend verband
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.