Je ziet niet alleen van dichtbij scherp maar ook van veraf. De lens is een zak gevuld met een stroperige vloeistof. Die lens is elastisch en door van vorm te veranderen zorgt de lens ervoor dat we dingen scherm kunnen zien. Hij kan boller en platter worden. Met een
bolle lens zie je voorwerpen van dichtbij scherp. Met een
platte lens zie je voorwerpen van veraf scherp (zie afbeelding).
Het boller en platter maken van de lens heet accommoderen.
Accommoderen gebeurt met de kringspier rondom de lens: straalvormig lichaam of straallichaam. Straallichaam zit aan de lens met lensbandjes. Wanneer je dichtbij scherp wilt zien wordt het straallichaam samengetrokken, de lensbandjes worden slap en de lens wordt bol. Wil je veraf kunnen kijken ontspand het straallichaam, de lensbadjes trekken daardoor de lens platter (zie afbeelding volgende slide).