Meine Wohnung

Was machen wir heute?
Hausaufgaben Opdracht 1 en 5 al af?
Sprechen
Schreiben
Aufgaben machen
Toets inzien

1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was machen wir heute?
Hausaufgaben Opdracht 1 en 5 al af?
Sprechen
Schreiben
Aufgaben machen
Toets inzien

Slide 1 - Slide

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
haben
habt
hat

Slide 2 - Drag question

sleep de duitse woorden naar het goede lidwoord
der
die
das
Schreibtisch
Schrank
Garten
Tür
Dusche
Toilette
Bett
Zimmer
Fenster

Slide 3 - Drag question

der Nachttisch
der Kleiderschrank
das Fenster
das Zimmer
das Bett
der Stuhl
die Wand
der Teppich
die Lampe
der Schreibtisch

Slide 4 - Drag question

de muren
het bureau
de kamer
het bed
het huiswerk
de eengezinswoning
de keuken
die Wände
der Schreibtisch
das Zimmer
das Bett
die Hausaufgaben
das Einfamilienhaus
die Küche

Slide 5 - Drag question

Wij wonen 
in een
rijtjeshuis
Ik heb een eigen kamer. 
de muren 
zijn ... 
Er is een bed 
Er is een plant. 
Es gibt ein Bett. 
Die Wände sind... 
Wir wohnen in einem Reihenhaus 
Ich habe ein eigenes Zimmer. 
Es gibt eine Pflanze. 

Slide 6 - Drag question

Was bedeuten die Sprachmittel?
Unten ist die Küche.
Wie sieht dein Zimmer aus?
Mein Zimmer hat zwei Fenster.
In was für einem Haus wohnst du?
Oben sind die Schlafzimmer.
Mit wem wohnst du da?
Unser Haus ist klein, aber gemütlich.
In wat voor soort huis woon je?
Met wie woon je daar?
Hoe ziet jouw kamer eruit?
Ons huis is klein maar gezellig.
Mijn kamer heeft twee ramen.
Boven zijn de slaapkamers. 
Beneden is de keuken.

Slide 7 - Drag question

Meine Wohnung

Slide 8 - Slide

H♫ren und Sprechen
Aufgabe 6, Seite 63
Aufgabe 8, Seite 64
(gezamelijk maken)

Slide 9 - Slide

Aufgabe 1, Seite 60 und Aufgabe 5, Seite 62

Slide 10 - Slide

Wiederholung schreiben
Log in met je klascode en schrijf de zinnen op je eigen tempo.
Let op hoofdletters!

Slide 11 - Slide

Vertaal de volgende zin!
Ik woon in het noorden van Nederland.

Slide 12 - Open question

Vertaal de volgende zin.
We hebben een huis aan zee.

Slide 13 - Open question

Vertaal de volgende zin.
Woon je in een dorp of in een stad?

Slide 14 - Open question

Vertaal de volgende zin.
Ik woon in een dorp.

Slide 15 - Open question

Vertaal de volgende zin.
In wat voor een huis woon je?

Slide 16 - Open question

Vertaal de volgende zin.
Ik woon in een flatgebouw.

Slide 17 - Open question

Vertaal de volgende zin.
Hebben jouw ouders het huis gekocht?

Slide 18 - Open question

Vertaal de volgende zin.
Nee, ze hebben het gehuurd.

Slide 19 - Open question

Aufgabe machen
Aufgabe 5, Seite 62
Aufgabe 7, Seite 64 zinnen uitschrijven en ook de antwoorden erop (schrift)
Bijvoorbeeld zin 1
Vraag: Wo in den Niederlanden wohnst du?
Antwoord: Ich wohne im Südwesten von den Niederlanden. 
Laatste 10 minuten Gimkit 
Fertig leren voor de stationen/toets

Slide 20 - Slide

Schönes Wochenende!

Slide 21 - Slide