Nederlands: Presenteren als young professional (examenvoorbereiding)

Nederlands
Presenteren als young professional

(voorbereiding op examen Spreken)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Presenteren als young professional

(voorbereiding op examen Spreken)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Kenmerken van professionele presentaties en taalgebruik

  • Young professional: hoe kun je aantrekkelijk presenteren?

  • Vragen stellen

Slide 2 - Slide

Nederlands in de praktijk
Presenteren als young professional

Slide 3 - Slide

Geef een voorbeeld wanneer je een zakelijke presentatie moet houden

Slide 4 - Mind map

Wat zijn kenmerken van een goede (professionele) presentatie?

Slide 5 - Mind map

Inleiding
Middenstuk
Slot
Stel jezelf voor
Geef een korte samenvatting of conclusie
Vertel kort hoe je presentatie is opgebouwd
Vraag of er nog vragen zijn.
Bedank het publiek.
Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
Bespreek de deelonderwerpen in een logische volgorde

Slide 6 - Drag question

Spreken (= presenteren)
  • Het examen 'Spreken' Nederlands 2F duurt 4 a 6 minuten (3F 6 tot 8 minuten)
  • Twee weken van tevoren krijg je de opdracht
  • Van tevoren lever je een PowerPoint in of een andere presentatie naar keuze.

Slide 7 - Slide

Stappenplan van professionele presentatie

Slide 8 - Slide

Stap 1: Begin met impact
Een krachtige opening zorgt ervoor dat je meteen de aandacht van je publiek trekt. Start dus positief!


HOE?
Stel jezelf voor: wie ben je? Waarom vertel jij jouw verhaal?En/Of betrek je luisteraars door middel van een anekdote.

Slide 9 - Slide

Stap 2: De kernboodschap

Na je introductie geef je direct de kernboodschap van jouw presentatie (= belangrijkste wat je publiek moet onthouden passend bij jouw spreekdoel). Formuleer dit helder en bondig.

HOE? 
Wat is het belangrijkste voor het publiek om te onthouden?
==> Wat is de stelling en wat is jouw positie (eens/oneens)?

Slide 10 - Slide

Stap 3: Inhoudelijk verhaal

HOE? 
  1. Zorg voor goede voorbereiding: logische opbouw en je besproken inhoud moet kloppen! (feiten vs. mening)
  2. Gebruik eventueel een ondersteunende PowerPoint als kapstok
  3. Onderbouw je mening met goede argumenten. Bespreek ook tegen-argumenten en weerleg deze.
  4. Zorg voor een goede afstemming op (leefwereld) publiek: taalgebruik en duidelijke voorbeelden.



>>>

Slide 11 - Slide

Stap 3: Inhoudelijk verhaal

Voor een levendige en interessante presentatie gebruik je verduidelijkende voorbeelden met concrete situaties en jouw eigen praktijkervaringen. Gebruik beeldende taal en stem die af op de interesse van je publiek

HOE bij een PowerPoint?
  • Gebruik zo min mogelijk tekst op een dia (kernwoorden).
  • Gebruik aansprekende plaatjes die jouw verhaal ondersteunen
    (beeld zegt vaak meer).

Slide 12 - Slide

Stap 4: Interactie en vragen
Zorg voor een proactieve houding en een duidelijke articulatie. Betrek je publiek bij je presentatie door interactie en eventueel tussendoor uit te nodigen voor een dialoog om de betrokkenheid te vergroten.


HOE? 
In je introductie geef je aan wanneer het publiek vragen kan stellen.
Stel bij langere presentaties niet alleen aan het einde maar ook tussendoor vragen om te peilen of je boodschap begrepen en geaccepteerd wordt.

Slide 13 - Slide

Stap 5: Samenvatting en herhaling van de kernboodschap
Aan het einde herhaal je jouw kernboodschap nogmaals, zodat deze goed blijft hangen bij je publiek. Dit helpt om jouw boodschap te verankeren en te versterken. Door de cirkel rond te maken en terug te komen bij je kernboodschap, geef je je presentatie een krachtige afsluiting.

HOE? 
Geef een korte samenvatting wat je tijdens jouw presentatie hebt besproken en eindig met het herhalen van jouw kernboodschap.

Slide 14 - Slide

TIPS (deel 1)
Lees de opdracht goed door en begin op tijd met je voorbereiding

Voorbereiding
- het spreekdoel van jouw presentatie (wat wil je bereiken?)
- de kaders (hoeveel tijd heb ik om mijn doel te bereiken?)
- het publiek (wat is de achtergrond van mijn luisteraars?)
- informatie verzamelen uit betrouwbare bronnen 
- oefenen zodat de lijn van je verhaal in je hoofd zit (houd de tijd in de gaten!)
- zorg dat je alles op tijd in orde hebt èn dat je op tijd bent

Slide 15 - Slide

TIPS (deel 2)
Een PowerPoint is een ondersteunend hulpmiddel:
+ Jij houdt de presentatie, jij vertelt jouw verhaal.

- Beperk het gebruik van slides.
- Beperk de tekst op een dia (voorkomt afleiding en voorlezen).
- Maak eventueel gebruik van aansprekende plaatjes.
- Zorg dat je teksten en plaatjes achterin de zaal ook zijn te lezen.
- Controleer je spelling: taalfouten zijn niet professioneel!

Slide 16 - Slide

Aantrekkelijk presenteren

  1. Zorg voor goede voorbereiding
  2. Maak contact met je publiek
  3. Ga rechtop staan
  4. Zorg voor een open houding
  5. Spreek rustig en duidelijk

Slide 17 - Slide

De opbouw van een presentatie

Slide 18 - Slide

De inleiding

  • Stel jezelf voor.
  • Maak het publiek nieuwsgierig; introduceer het onderwerp.
 (bij mondeling examen: benoem eventueel je spreekdoelen*)
  • Vertel zo nodig hoe je presentatie is opgebouwd.
  • Maak duidelijk wanneer het publiek vragen kan stellen.

BEGIN NIET MET HET  VOORLEZEN VAN JOUW DIA'S!

Slide 19 - Slide

Het middenstuk
  • Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
(gebruik dezelfde volgorde die je hebt benoemd in de inleiding)
  • Leg duidelijk verbanden tussen de deelonderwerpen: gebruik actief signaalwoorden als eerst, daarna en vervolgens.
    Versterk jouw structuur ook via andere signaalwoorden, zoals omdat, daarom, toch, maar, bijvoorbeeld, etc. (blz. 251).

Slide 20 - Slide

Slot
  • Geef een korte samenvatting of conclusie.
  • Sluit je presentatie af met een opvallende uitspraak of bijvoorbeeld een tip.
  • Vraag of er nog vragen zijn.
  • Bedank het publiek voor de aandacht.

Slide 21 - Slide

Algemene tips PowerPoint
Een PowerPoint is bedoeld ter ondersteuning van jouw verhaal. Dus:

  • Houd de informatie kort en bondig: gebruik steekwoorden!
  • Zet maximaal vijf à zes regels tekst op één dia
  • Geef elke dia een korte titel die duidelijk maakt wat het deelonderwerp is.
  • Gebruik liever een duidelijke foto dan tekst.
  • Controleer altijd of de tekst voor iedereen goed te lezen is en of er geen taalfouten in staan.

Slide 22 - Slide

Algemene informatie
  • 2F: het examen duurt ongeveer 4 tot 6 minuten
  • 3F: het examen duurt ongeveer 6 tot 8 minuten

Je wordt beoordeeld op:
  1. Samenhang (structuur, onderscheid hoofd- en bijzaken, etc)
  2. Bereiken van je spreekdoel(en)
  3. Taalniveau (grammaticale zinsopbouw en woordvariatie)
  4. Afstemming taalgebruik op publiek




Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question