Oefentoets thema 4 stevigheid en beweging

Oefentoets thema 4 stevigheid en beweging
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets thema 4 stevigheid en beweging

Slide 1 - Slide

Een ander woord voor botten is beenderen
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

De functie van het skelet is dat het beweging mogelijk maat
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Welke botten vormen samen de schouder gordel?
A
de schouderbladen en de sleutelbeenderen
B
het heiligbeen en het staartbeen
C
de sleutelbeenderen en de heupbeenderen
D
de borstwervels en de schouderbladen

Slide 4 - Quiz

Welke botten vormen de bekkengordel
A
het staartbeen en het heiligbeen
B
de heupbeenderen en het heiligbeen
C
de borstkas en de schouderbladen
D
de heupbenen en de ribben

Slide 5 - Quiz

In het botweefsel zit tussencelstof
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

In het kraakbeenweefsel zit tussencelstof, waar bestaat deze tussencelstof vooral uit?
A
kraakbeen
B
kalkzouten
C
lijmstof
D
collageen

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van collageen in botten?
A
buigzaamheid
B
stevigheid
C
vormgeving
D
bescherming

Slide 8 - Quiz

In het botweefsel liggen de cellen in kringetjes om kanaaltjes heen waar bloedvaten doorheen lopen?
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

wat voor type gewricht zit er in de schouder?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
D
weet ik niet

Slide 10 - Quiz

bij welke verbinding is er beweging mogelijk?
A
naden
B
kraakbeen
C
vergroeid
D
weet ik niet

Slide 11 - Quiz

je opperarmbeen en je ellepijp zijn verbonden door een naad
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Welk gewricht zit er tussen je ellepijp en je opperarmbeen?

Slide 13 - Open question

hoe ziet een aangespannen spier eruit
A
kort en dik
B
dun en lang
C
kort en dun
D
dik en lang

Slide 14 - Quiz

Hoe zitten de spieren verbonden aan je botten?

Slide 15 - Open question

wanneer je je arm buigt..................
A
trekt alleen de biceps zich samen
B
trekt zowel de biceps als de pees zich samen
C
trekt alleen de pees zich samen
D
ik weet het niet

Slide 16 - Quiz

Wat is een antagonistisch paar? En noem minimaal 1 voorbeeld

Slide 17 - Open question

Tussenwervelschijven bestaan uit kraakbeen
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz