Zorg bij geneesmiddelen

Zorg bij geneesmiddelen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zorg bij geneesmiddelen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Geneesmiddelen

Slide 3 - Mind map

Wat is een geneesmiddel
Een geneesmiddel (ook wel medicijn genoemd) is een natuurlijke of synthetische stof die een bepaalde, gewenste werking op het lichaam uitoefent.

Slide 4 - Slide

Farmacologie
Geneesmiddelenleer
De wetenschap van de geneesmiddelen

Slide 5 - Slide

Welke medicijnen ken jij?

Slide 6 - Mind map

Benaming van geneesmiddelen
Drie benamingen:
  • Merknaam
  • Stofnaam
  • Officiële naam/soortnaam

Slide 7 - Slide

Rol van de arts

  • Symptomen (subjectief en objectief)
  • Diagnose stellen
  • Zo nodig medicijnen voorschrijven

Slide 8 - Slide

Hier kun je medicijnen halen.

Slide 9 - Open question

Vrij verkrijgbare medicijnen zijn:
A
Medicijnen die je met een recept bij de apotheek om moet halen.
B
Medicijnen die je kunt kopen bij drogist, apotheek of supermarkt.
C
Medicijnen die de huisarts heeft voorgeschreven.
D
Medicijnen waarin vitaminen en mineralen zitten.

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen medicijnen op doktersrecept en vrij verkrijgbare medicijnen?

Slide 11 - Open question

Noem een voorbeeld van vrij verkrijgbare medicijnen.

Slide 12 - Open question

Wie mogen geen medicijnen voorschrijven?
A
arts
B
verloskundige
C
verpleegkundige
D
tandarts

Slide 13 - Quiz

Rol van de apotheek

  • Verkoop vrij verkrijgbare medicijnen
  • Medicijnen uitgeven 
  • Huisapotheek: bevat vrij verkrijgbare medicijnen
  • Instellingsapotheek

Slide 14 - Slide

Op een recept moet staan

  • Gegevens van de arts
  • Voor wie het medicijn bedoeld is
  • De afleveringsdatum
  • Naam van het geneesmiddel, sterkte en hoeveelheid
  • Gebruiksvoorwaarden en bewaarvoorschrift.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Extra etiketten


  • Soms een extra kleur

Slide 17 - Slide

Hoe heet het informatieboekje dat bij medicijnen zit?

Slide 18 - Open question

Bijsluiter
Alle gegevens van het medicijn

Belangrijke informatie over:
Indicatie: de reden waarom iemand het medicijn krijgt
Dosering en toedieningswijze: hoe vaak moet de cliënt het medicijn gebruiken, zijn er voorschriften voor toediening
contra-indicatie:  reden om een medicijn juist niet voor te schrijven (bijv. zwangerschap)
Bijwerkingen

Slide 19 - Slide

Werking van medicijnen
  • Aanpakken van de oorzaak van ziekte
  • Symptoombestrijding
  • Aanvullen van tekorten
  • Voorkomen van ziekten
  • Placebo

Slide 20 - Slide

Medicijngroepen 
analgetica                                        maag- en darmmiddelen                           
anti-epileptica                               middelen voor luchtwegen
anti-infectieuze middelen
cytostatica
geneesmiddelen voor het bloed
hormonen
maag en darm middelen
luchtwegen zoals pufjes




Slide 21 - Slide

Bijwerkingen van medicijnen

Bijsluiter
Alert op zijn
Rapporteren

Veel voorkomende bijwerkingen:

Overgevoeligheidsreacties
Beïnvloeding van het dagelijks functioneren
Gewenning
Resistentie
Medicijnverslaving
Onderlinge beïnvloeding



Slide 22 - Slide

soorten medicijnen

Slide 23 - Slide

Toediningswijzen geneesmiddelen
  • Via de mond (drankjes, tabletten)
  • Via de darmen (zetpil ingebracht via de anus)
  • Via de huid (crème, zalf)
  • Via de slijmvliezen (oogdruppels, inhalators of spray via mond/inademing)
  • Per injectie (onderhuids, in een spier of bloedvat)

Slide 24 - Slide

Medicatieveiligheid

Slide 25 - Slide

Farmacokinetiek
De farmacokinetiek beschrijft de processen waaraan een stof in het lichaam wordt onderworpen. 

1. Absorptie is het proces waarbij een stof vanuit de toedieningsplaats in de        bloedbaan terechtkomt .
2. Distributie is de verdeling van stoffen over het lichaam.
3. Metabolisme is de chemische omzetting van de stof in metabolieten.
4. Excretie is de eliminatie van de stof uit het lichaam.

Slide 26 - Slide

Farmacodynamiek
De farmacodynamiek beschrijft de reactie die een werkzame stof heeft na interactie met receptoren, alsmede de intensiteit en duur ervan.





Slide 27 - Slide

Bewaren van geneesmiddelen
  • Bewaar op de juiste plek
  • Bewaar in de originele verpakking
  • Bewaar op een veilige plaats
  • Let op de houdbaarheid
  • Geef oude geneesmiddelen af bij de apotheek.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Oraal
A
Medicijnen via de anus
B
Medicijnen via de huid
C
Medicijnen via een spuit
D
Medicijnen via de mond

Slide 30 - Quiz

Dermaal
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 31 - Quiz

Rectaal
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 32 - Quiz

inhalatie
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 33 - Quiz

Zorg voor geneesmiddelen
  • Zorg overnemen
  • Controleren
  • Registreren
  • Kritisch en zorgvuldig

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide