This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom in de geschiedenisles!
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-Herhalen
-De koning en zijn leenmannen
-Opdrachten
-Afsluiting
Slide 2 - Slide
Toets
Slide 3 - Slide
Waarom moesten horigen herendiensten uitvoeren
Slide 4 - Open question
Benoem twee plichten die een horige had op een Middeleeuws domein
Slide 5 - Open question
Padlet hoe heb ik mij voorbereid
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond
Uitleggen hoe het leenstelsel werkte
Uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in West-Europa
Slide 7 - Slide
Wat is een voorbeeld van een herendienst?
A
Verdedigen van de Horigen
B
Bewerken van het land van de heer
C
Meevechten in een oorlog voor de koning
D
op het eigenland werken
Slide 8 - Quiz
Uit welke drie delen bestaat een domein?
Slide 9 - Open question
Rechten
Bescherming
Niet meevechten in oorlog
Rechtspraak
Klein veld voor eigen gebruik
Plichten
Werken op het land van de heer
Herendiensten verrichten
pacht betalen (huur voor het land)
Betalen voor de molen
Slide 10 - Slide
Domein
3 delen
Woeste gronden (Bossen en rivieren)
Land van de heer
Land van de boeren
Slide 11 - Slide
Val van het rijk
Gevolgen
Versplintering van West-Europa
Vertrek uit de steden
Europa wordt weer een agrarische samenleving
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Macht van de Franken
2 oorzaken
Goede legeraanvoerder
Samenwerking met de christelijke kerk
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
800: Karel word keizer van het Romeinse Rijk
Slide 16 - Slide
Waarom zou het zo belangrijk zijn dat Karel keizer word
Slide 17 - Open question
Lees de tekst
Het leenstelsel
Slide 18 - Slide
Lezen
Schrijf twee moeilijke woorden op.
Wat is een leenman?
Wat is een leenheer?
Hoe werkt het leenstelsel?
Slide 19 - Slide
Twee moeilijke woorden
Slide 20 - Open question
Bestuur
Nodig
- Groot leger
- Betrouwbare generaals
Lastig na veranderingen na de Romeinen
Geen geld meer in omloop
Land word een beloning
Slide 21 - Slide
Leenstelsel
Leenheer: Geeft land om te lenen
Leenman: Leent het land van de leenheer en zweert trouw
Slide 22 - Slide
Wat is een leenheer
A
Een koning die land geeft in ruil voor trouw
B
Iemand die geld aan iemand anders leent
C
Een koning die land van andere inneemt
D
Iemand in Romeinse Rijk die geen bezit heeft
Slide 23 - Quiz
Rechten
Stuk land
Bestuurt dit land in naam van de koning
Houdt de inkomsten van de grond
Plichten
Zweert trouw aan de heer
Raad en daad Raad = geeft advies Daad = helpt in de oorlog
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
Hij moest trouw zweren aan de koning;
Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen;
Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.
Slide 26 - Slide
Stel jij krijgt van de koning meer land dan je kan besturen. Wat zou jij doen?
Slide 27 - Open question
De leenmannen lieten hun gebied ook weer besturen door onderleenmannen. De leenmannen van Karel de Grote werden dus leenheren van de onderleenmannen (snap je het nog?)!
Slide 28 - Slide
Stel jij bent een achterleenman. Ben je dan trouw aan de koning of de leenman
A
Koning
B
Leenman
Slide 29 - Quiz
Verval na 814
Rijk van Karel vervalt na zijn dood: 814
Frankisch recht: Elke zoon erft evenveel
Leenmannen werden te machtig zagen het leen als eigendom
Weer aanvallen van buitenaf Vikingen
Slide 30 - Slide
Wat hoefde een leenman NIET te doen voor zijn leenheer?
A
Een eed van trouw afleggen.
B
Vechten voor zijn leenheer.
C
Overleggen wat hij met het gebied ging doen
D
Belasting betalen.
Slide 31 - Quiz
Noem een reden waardoor het Frankische Rijk verviel
Slide 32 - Open question
Afsluiting
Beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond
Uitleggen hoe het leenstelsel werkte
Uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in West-Europa