H1-H2 Personeelsbeleid en interne organisatie

Personeelsbeleid en 
interne organisatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Personeelsbeleid en 
interne organisatie

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1
In hoofdstuk 1 worden werving & selectie:
  • personeelsbehoefte is uitgangs punt

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 2
In hoofdstuk 2 worden twee soorten arbeidsrelaties besproken:
  • Een werkende in dienst van een werkgever
  • Zelfstandigen (met of zonder personeel)

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 2
In hoofdstuk 2 worden twee soorten arbeidsrelaties besproken:
  • Een werkende in dienst van een werkgever
  • Zelfstandigen (met of zonder personeel)

Het grote verschil is dat een werkgever voor een werknemer bepaalt WAT hij moet doen en HOE hij dat moet doen. Een zelfstandige kan deze keuzes zelf maken, maar is daarmee ook volledig verantwoordelijk.

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 1
Ben je werknemer in dienst van een werkgever, dan zijn er verschillende contractvormen mogelijk:
  • Vaste baan (arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd)
  • Tijdelijke baan (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd)
  • Oproepkracht 

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 2
Veel werkgevers kiezen voor een mix van vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het deel van de tijdelijke overeenkomsten noemen we ook wel "flexibele schil".


Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 1
Veel werkgevers kiezen voor een mix van vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het deel van de tijdelijke overeenkomsten noemen we ook wel "flexibele schil".

De werkgever kan terugvallen op een vaste basis (bijvoorbeeld arbeidskrachten die nodig zijn voor de basisproductie) en vult dit aan met tijdelijke contracten (als er voor een korte of iets langere periode meer personeel nodig is).


Slide 7 - Slide

Hoofdstuk 1
Veel werkgevers kiezen voor een mix van vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het deel van de tijdelijke overeenkomsten noemen we ook wel "flexibele schil".

De werkgever kan terugvallen op een vaste basis (bijvoorbeeld arbeidskrachten die nodig zijn voor de basisproductie) en vult dit aan met tijdelijke contracten (als er voor een korte of iets langere periode meer personeel nodig is).

Voordeel: een werkgever zit voor een deel van zijn personeel niet vast aan langlopende contracten (en kan dus in slechte tijden relatief eenvoudig kosten besparen).


Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 1
De andere arbeidsrelatie is zelfstandige.

Hierbij ben je, als zelfstandige, volledig verantwoordelijk voor het werk wat je doet en de risico's die er aan kleven. Er is dus niet sprake van een arbeidsovereenkomst.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoofdstuk 1
De andere arbeidsrelatie is zelfstandige.

Hierbij ben je, als zelfstandige, volledig verantwoordelijk voor het werk wat je doet en de risico's die er aan kleven. Er is dus niet sprake van een arbeidsovereenkomst.

Een paar kenmerken:
  • de zelfstandige loopt ondernemersrisico (minder of geen opdrachten, ziekte, aansprakelijkheid);
  • er moeten meerdere opdrachtgevers zijn.

Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2 gaat over arbeidsvoorwaarden en vooral: waar worden deze in vastgelegd?

We onderscheiden:
  • Wettelijke regelingen (minimumloon, arbeidstijdenwet)
  • Collectieve arbeidsovereenkomst
  • Individuele arbeidsovereenkomst

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 2
Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak. In zo'n collectieve arbeidsovereenkomst worden verschillende afspraken vastgelegd die gelden voor alle werknemers in een bedrijfstak.

Het gaat om:
  • Afspraken over loon
  • Afspraken over loontoeslagen voor overwerk of ploegendienst
  • Afspraken over aantal vakantiedagen
  • Afspraken over scholing


Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 2
Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak. In zo'n collectieve arbeidsovereenkomst worden verschillende afspraken vastgelegd die gelden voor alle werknemers in een bedrijfstak.

In een CAO gaat het om primaire arbeidsvoorwaarden, zoals loon en arbeidstijd, en secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals vakanties, pauzes, kinderopvang, studiefaciliteiten.


Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 2
Een individuele arbeidsovereenkomst is een arbeidsovereenkomst tussen één werkgever en één werknemer. Hierin worden afspraken vastgelegd voor de individuele werknemer, met inachtneming van de cao-afspraken:

Het gaat om afspraken over:
  • Aantal uren
  • Werktijden
  • Te verrichten werkzaamheden
  • Salaris

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 2
Soorten overeenkomsten:
  • Bepaalde tijd; einddatum bekend bij afsluiten, einde "van rechtswege",  proeftijd max 1 mnd
  • Onbepaalde tijd; geen einddatum, einde door opzegging, overlijden, ontslag, proeftijd max 6 mnd

Oproepcontract:
  • voorovereenkomst; je beslist zelf tot werken, wordt dan tijdelijk contract, loon naar werk
  • nul-uren contract; contract zonder tijdafspraak, oproep = werken = loon
  • min-max; contract met tijdafspraak voor min/max uren, garantie uren = min = loon

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 2
Overige overeenkomsten (van opdracht):
  • ZZP
  • Free-lance
Kenmerken:
  • geen arbeidsrelatie/gezags overeenkomst
  • geen verplichting tot arbeid
  • meerdere opdrachtgevers
  • zelfverantwoordelijkheid over hoe-wat-waar-wie
  • risico van inkomensderving door ziekte/AO/werkverlies is volledig voor eigen rekening (dit heet ondernemingsrisico)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 2
In H2 gaat het ten slotte over hoe werknemers zich kunnen organiseren zodat hun belangen goed kunnen worden behartigd.

Twee vormen worden besproken:
  • Vakbond
  • Ondernemingsraad

Slide 22 - Slide

Hoofdstuk 2
Een vakbond behartigt de belangen van werknemers in een bedrijfstak, maar ook op bedrijfsniveau. Voorbeelden van vakbonden:
  • AOb (Algemene Onderwijsbond)
  • FNV Bouw
  • NVP (Nederlandse Vereniging van Pluimveehouders)

Een vakbond onderhandelt over arbeidsvoorwaarden, maar ondersteunt ook op het gebied van juridische zaken (conflicten met werkgevers).

Slide 23 - Slide

Hoofdstuk 2
Een ondernemingsraad vertegenwoordigt de werknemers in een bedrijf. Zij behartigt de belangen van het personeel in de bedrijfsvoering.

Een ondernemingsraad heeft de volgende rechten:
  • Adviesrecht; niet bindend, specifiek advies verplicht bij wet
  • Instemmingsrecht; bindend bij wet
  • Initiatiefrecht; niet bindend, geen wet
  • Informatierecht: bindend bij wet

Slide 24 - Slide