2.4 WOLKEN EN ONWEER

Wolken en Onweer
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wolken en Onweer

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • 2.4.1 Je kunt met behulp van een grafiek bepalen hoe hoog het dauwpunt is.
  • 2.4.2 Je kunt uitleggen van welke factor de hoogte van het dauwpunt afhangt.
  • 2.4.3 Je kunt stap voor stap beschrijven op welke manier stapelwolken ontstaan.
  • 2.4.4 Je kunt het verschil beschrijven tussen mooiweerwolken en buienwolken.
  • 2.4.5 Je kunt beschrijven op welke manier de bliksem en de donder ontstaan.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp 
in de lucht gaat condenseren heet 
het dauwpunt. Het dauwpunt hangt 
af van de hoeveelheid vochtigheid 
in de lucht: hoe meer vocht in de lucht,
hoe hoger het dauwpunt ligt. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.

Slide 7 - Slide

Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt 
gaan de lucht condenseren 
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

MooiWeerWolken

Slide 10 - Slide

SlechtWeerWolken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video