3. Gevolgen Eerste Wereldoorlog en Economische Crisis

Van welk land viel Duitsland schepen aan, waardoor dit land ook aan de oorlog ging meedoen?
A
Rusland
B
Verenigde Staten
C
Engeland
D
Frankrijk
1 / 31
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Van welk land viel Duitsland schepen aan, waardoor dit land ook aan de oorlog ging meedoen?
A
Rusland
B
Verenigde Staten
C
Engeland
D
Frankrijk

Slide 1 - Quiz

Welk land sloot in 1917 een wapenstilstand met Duitsland?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Verenigde Staten

Slide 2 - Quiz

De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog

Slide 3 - Slide

Verdrag van Versailles

Het Verdrag van Versailles

  • Duitsland krijgt de schuld van de Eerste Wereldoorlog en moet de kosten van de oorlog aan Engeland, Frankrijk en België betalen (20 miljard oftewel 7 milj. kg goud)
  • Duitsland moet 20% land afstaan
  • Duitsland mag geen groot leger meer ( <100.000 soldaten )
  • Geen oorlogsvloot

Slide 4 - Slide

Geld tekort!
  • In 1923 lukt het de Duitse regering niet om de herstelbetalingen te betalen.
  • De regering laat extra geld drukken, maar daardoor wordt het geld veel minder waard....
  • Een brood kost al snel 200.000 miljoen mark....
  • Je kunt zelfs goedkoper je geld verbranden dan er hout voor de kachel mee kopen

Slide 5 - Slide

Wie is de schuldige van de oorlog, volgens het Verdrag van Versailles?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 6 - Quiz

Wat stond er NIET in het verdrag van Versailles?
A
Duitsland mag nog maar 1.000.000 soldaten hebben
B
Duitsland moet herstelbetalingen doen
C
Duitsland moet 20% van het land afstaan
D
Duitsland mocht geen oorlogsvloot meer hebben

Slide 7 - Quiz

1 Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
De waarde van geld daalt
B
De waarde van geld stijgt

Slide 8 - Quiz

2 Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
Prijzen dalen
B
Prijzen stijgen

Slide 9 - Quiz

Life is good!
  • In de Verenigde Staten gaat het heel erg goed na de Eerste Wereldoorlog!
  • Er worden heel veel spullen gemaakt door fabrieken
  • Er is geld genoeg om andere landen te helpen....

Slide 10 - Slide

Duitsland krijgt hulp van de Verenigde Staten bij het betalen van de herstelbetalingen:

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

1 Waarom is het leven in Amerika 'Good'?
A
Mensen kopen minder dan ze nodig hebben
B
Mensen kopen meer dan ze nodig hebben

Slide 18 - Quiz

2 Waarom is het leven in Amerika 'Good'?
A
Fabrieken produceren weinig en duur
B
Fabrieken produceren veel en goedkoop

Slide 19 - Quiz


Crisis in de wereld 
vanaf 1929



Door
- overproductie van fabrieken (voorraad)
- veel kopen op afbetaling
- paniek op de beurs

klapt de Amerikaanse economie in elkaar.

Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De crisis verspreidt zich naar Europa

  • Hoge werkloosheid

  • Duitsland wordt hard geraakt

  • Extremistische partijen groeien

Slide 22 - Slide

Crisis in Duitsland
Door het verdrag van Versailles wordt  Duitsland het zwaar geraakt:

  • Hitler profiteerde van de wanhoopvan het volk:

- Hij beloofde de Duitsers werk
- Hij zou Duitsland weer sterk maken en trots (nationalisme)
 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Waarom leent de VS geld aan Duitsland?
A
De VS wilt een nieuwe oorlog voorkomen
B
Duitsland koopt dan producten van de VS
C
Dit stond in het Verdrag van Versailles
D
De VS kreeg het geld met rente terug

Slide 25 - Quiz

Wat is een van de oorzaken van de economische crisis van 1929?
A
Mensen kochten minder spullen
B
Mensen kochten veel spullen op afbetaling
C
Fabrieken hadden te weinig producten op voorraad
D
De VS leende Duitsland te veel geld

Slide 26 - Quiz

Wat is de directe aanleiding tot de economische crisis van 1929?
A
Er ontstaat paniek op de beurs: mensen verkopen hun aandelen
B
Fabrieken hebben een te grote voorraad
C
Mensen kopen spullen op afbetaling

Slide 27 - Quiz

Hoe ontstaat er in Duitsland een grote crisis?
A
Frankrijk koopt geen producten van de VS meer
B
Duitsland weigert de herstelbetalingen te doen
C
De VS wilt het geleende geld terug

Slide 28 - Quiz

Begrippen uit deze les

  • Verdrag van Versailles
  • Crisis in Duitsland
  • Dawesplan
  • Economische crisis 1929



Leg aan elkaar uit!





Slide 29 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open question