Wat neem je mee naar de toets:Pen, potlood en rekenmachine
Wat moet je kennen voor de toets:
* Je weet wat een grootheid en eenheid is
* Je kunt rekenen met eenheden van lengte
* Je kunt de omtrek berekenen
* Je kunt rekenen met eenheden van oppervlakte
* Je kunt rekenen met eenheden van tijd
* Je kunt rekenen met eenheden van gewicht
* Je kunt rekenen met eenheden van inhoud
* Je kunt rekenen met eenheden van snelheid