What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VWO3_Chapitre 6 bron C
1 / 46
next
Slide 1:
Video
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
46 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Programme
Gebiedende wijs
werken aan PO
uit het boek: intro, bron A, B, C, I
leren woorden voca A, B, E, F, H
Slide 2 - Slide
De gebiedende wijs
L'impératif
Slide 3 - Slide
Gebiedende wijs in het Frans:
In het Frans heb je
drie vormen
van de gebiedende wijs:
Je-vorm
van het werkwoord in de présent: Mange la pizza, Patrick!
Nous-vorm
van het werkwoord in de présent: Parlons à Marc!
Vous-vorm
van het werkwoord in de présent: Faites vos devoirs!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Kies de juiste vorm van de gebiedende wijs: Félix, viens / venez tout de suite!
A
viens
B
venez
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste vorm van de gebiedende wijs: Madame, prenez/prends le métro!
A
prenez
B
prends
Slide 7 - Quiz
Vertaal: Meneer, ga rechtdoor.
A
Monsieur, allez tout droit.
B
Monsieur, vas tout droit.
C
Monsieur, va tout droit.
D
Monsieur, aller tout droit.
Slide 8 - Quiz
Nicolas en Antoine, ga naar huis!
A
Nicolas et Antoine, rentrons!
B
Nicolas et Antoine, rentre!
C
Nicolas et Antoine, rentrez!
D
Nicolas et Antoine, rentrer!
Slide 9 - Quiz
Vertaal: Maak je huiswerk!
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Quizlet Live
Signaalwoorden
https://quizlet.com/_81ytr3?x=1jqt&i=e2tgb
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Programme
Terugkoppeling Week 15
De vergelijkingen
Spreekvaardigheid
Planning Week 16
Slide 15 - Slide
Les comparaisons
De trappen van vergelijking
Slide 16 - Slide
Voorbeelden Vergelijkende trap
Paul est plus petit que Maxime
Paul is kleiner dan Maxime
Paul est moins grand que Maxime
Paul is minder groot dan Maxime
Paul est aussi grand que Maxime
Paul is even groot als Maxime
Slide 17 - Slide
De vergelijkende trap
Moins/aussi/plus
+ bijvoeglijk naamwoord +
que/qu'
Moins ... que = minder ... dan
Aussi ... que = even ... als
plus ... que = meer ... dan (groter dan)
que --> qu' --> voor klinker of stomme
h
Slide 18 - Slide
moins, aussi, plus ... + bijv.nw
groot
grand
grot
er
plus
grand
minder
groot
moins
grand
even
(net zo) groot
aussi
grand
Slide 19 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het onderwerp waar het iets over zegt:
Marie
est plus
petit
e
que Jan
Jan
est plus
petit
que Marie
Marie
est plus
petite
qu'Elisa.
Marie et Elisa
sont plus
petites
que Jan.
Jan et Max
sont plus
petits
que Marie et Elisa.
Slide 20 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Herhaal het bijvoeglijk naamwoord
Leer de uitzonderingen!
Voorbeeld: beau -
belle
, sportif -
sportive
Beter = meilleur(e)
Slide 21 - Slide
Overtreffende trap
groot - groter -
grootst
C'est
le plus grand garçon
.
C'est
la plus grande fille
.
Ce sont
les plus grandes maisons
.
Overtreffende trap
le plus
la plus +
bijvoeglijk nw
les plus
Slide 22 - Slide
Overtreffende trap
minder groot -
minst groot
C'est
le moins grand garçon
.
C'est
la moins grande fille
.
Ce sont
les moins grandes maisons
.
Overtreffende trap
le moins
la moins +
bijvoeglijk nw
les moins
Slide 23 - Slide
Plaats
overtreffende trap
C'est
la plus belle
maison
.
C'est
la maison
la plus chère
.
Belle = onregelmatig - bijvoeglijk nw komt VOOR het zfst. nw dus de vergelijking ook ervoor.
Cher = regelmatig - bijvoeglijk nw komt ACHTER het zfst.nw dus de vergelijking ook erachter.
Slide 24 - Slide
Onregelmatig
vergrotende trap
overtreffende trap
bon
(goed)
meilleur(e)
meilleur(e)s
le meilleur la meilleure
les meilleurs les meilleures
mauvais
(slecht)
pire
pires
le pire la pire
les pires les pires
Slide 25 - Slide
Le louvre est (groter dan) le musée d'Orsay?
A
plus grand que
B
grander que
C
moins petit que
D
plus grands que
Slide 26 - Quiz
Le musée d'Orsay est (even interessant als) le Louvre.
A
intéressant que
B
moins intéressant que
C
aussi intéressants qu'
D
aussi intéressant que
Slide 27 - Quiz
La Foire du Trône est (minder leuk dan) le Parc Astérix.
A
moins amusant que
B
aussi amusante que
C
moins amusante que
D
moins amusante qu'
Slide 28 - Quiz
Le Parc Astérix est (mooier dan) la Foire du Trône.
A
beau que
B
plus beau que
C
plus belle que
D
plus belle qu'
Slide 29 - Quiz
Elle est (de oudste)
A
la vieille
B
la vieux
C
la plus vieille
D
la plus vieux
Slide 30 - Quiz
Mon copain est (even sportif als) Jean.
A
aussi sportive qu'
B
aussi sportif que
C
le plus sportif
D
le plus sportif que
Slide 31 - Quiz
Paul est (aardiger dan) Elisa
A
plus gentil que
B
plus gentille qu'
C
plus gentille que
D
plus gentil qu'
Slide 32 - Quiz
Elle est (minder serieus dan) lui.
A
moins sérieuse que
B
le moins sérieuse que
C
moins sérieux que
D
moins sérieuse qu'
Slide 33 - Quiz
Ma mère est (de dikste) chez nous.
A
la plus gros que
B
plus grosse que
C
la plus grosse que
D
la plus grosse
Slide 34 - Quiz
Les filles sont (intelligenter dan) les garçons.
A
la plus intelligentes que
B
plus intelligentes que
C
plus intelligents que
D
les plus intelligentes
Slide 35 - Quiz
Qu'est-ce qu'on peut faire à Paris?
Slide 36 - Mind map
Phrases-clés J (p. 79)
Qu'es-ce que tu aimes faire à Paris?
Regardez sur le site et cherchez:
L'entrée coûte combien?
Quelles sont les heures d'ouverture?
Il y a une réduction pour les jeunes?
timer
5:00
Slide 37 - Slide
Qu'es-ce que tu aimes faire à Paris?
L'entrée coûte combien?
Quelles sont les heures d'ouverture?
Il y a une réduction pour les jeunes?
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Programme
Terugkoppeling Chapitre 6: Paris à toute vitesse
Slide 40 - Slide
Ik kan...
de weg vragen en de weg wijzen
informatie vragen en geven
Ik ken...
woorden die te maken hebben met: vervoer, routebeschrijving, uitstapjes
de gebiedende wijs
de trappen van vergelijking
Slide 41 - Slide
Kahoot-Quiz
Indiquez le chemin
https://create.kahoot.it/share/3vwo-chapitre-6-vervoer-en-routebeschrijving/54db9fb6-2e06-4a63-9162-26ec98b9139f
Slide 42 - Slide
1. Ga rechtdoor
2. Sla linksaf
3. Steek de brug over
4. Neem de eerste straat rechts
Slide 43 - Open question
Indiquez le chemin
Allez sur Google Maps
Le départ: Le Louvre
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Indiquez le chemin
Maak een routebeschrijving tussen 2 monumenten in Parijs (minimaal 6 zinnen).
Presenteer je route aan je groepje. Komen zij op de juiste plek uit?
Utilisez: Impératif + Phrases-clés P. 72-73
https://i.pinimg.com/originals/26/73/20/267320e34ab261cbe698a91787c87e08.jpg
https://lecoinducervanties.files.wordpress.com/2017/02/demander-le-chemin.jpg?w=1070
Slide 46 - Slide
More lessons like this
L'impératif et comparaisons
October 2020
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Unité 5: overtreffende en vergelijkende trap
September 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H4 - overtreffende en vergelijkende trap
September 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO - Bron I - H6 trappen van vergelijking
April 2020
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3H - Bron I - H6 trappen van vergelijking
April 2020
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 mavo trappen van vergelijking
May 2020
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
November 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons 3 Havo
May 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3