Delend lidwoord wel of niet oefeningen

Question: 
La question à laquelle nous allons répondre aujourd'hui: 

In het Frans heb je bijna altijd een lidwoord nodig. Wat moet je doen als er in het Nederlands geen lidwoord staat?

In deze powerpoint kom je drie situaties tegen waar er in het Nederlands niets voor het zelfstandig naamwoord staat, maar in het Frans wel. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Question: 
La question à laquelle nous allons répondre aujourd'hui: 

In het Frans heb je bijna altijd een lidwoord nodig. Wat moet je doen als er in het Nederlands geen lidwoord staat?

In deze powerpoint kom je drie situaties tegen waar er in het Nederlands niets voor het zelfstandig naamwoord staat, maar in het Frans wel. 

Slide 1 - Slide

Le contexte est tout!
Net als bij de werkwoorden, is het belangrijk dat je niet daar de Nederlandse vormpjes kijkt, maar naar de situatie: de context. 
"een deel van"
"in het algemeen"
"hoeveel-heid"

Slide 2 - Slide

Frans brood is het lekkerste brood. 

Daar zit drie liter water in.

Ik ben dol op koekjes

De kinderen drinken limonade.

Er staan rozen in het raam. 

Ze besteedt veel tijd aan haar katten. 
"een deel van"
"in het algemeen"
"hoeveelheid"
A
B
C
D
E
F

Slide 3 - Drag question

Een deel van alles: delend lidwoord
Dit zijn de delend lidwoorden: 

"een deel van"
du (de + le)
van de/het
de la
van de/het
de l'
van de/het
des (de + les)
van de 
Letterlijke betekenis
<--

Slide 4 - Slide

Een deel van alles: delend lidwoord
Je komt ze meestal tegen bij voedingsmiddelen, maar het kan bij allerlei woorden voorkomen:

Ik eet chocola.
Je mange du chocolat. 

Heb jij vrienden?
Tu as des amis?
"een deel van"
Van alle chocola op de wereld eet ik een deel. Ik eet dus "van de chocola".  -->
Van alle vrienden die je theoretisch kon hebben, heb je er een paar. Dus je hebt "van de vrienden". -->

Slide 5 - Slide

Faites cet exercice dans un cahier.
"een deel van"
Vul het vormpje in. 
Attention: 
mannelijk? 
vrouwelijk? 
klinker / h? 
meervoud? 

Slide 6 - Slide

Réponses
"een deel van"
Kijk voor jezelf na met een andere kleur!
des
du
de la
des
des
du
de la
des
de l'

Slide 7 - Slide

In het algemeen: bepaald lidwoord
Dit zijn de bepaalde lidwoorden: 

"in het algemeen"
le
de/het
la
de/het
l'
de/het
les
de 
Deze gebruik je natuurlijk ook wanneer er in het Nederlands gewoon letterlijk "de" of "het" staat. Dat wist je al. 

Slide 8 - Slide

In het algemeen: bepaald lidwoord
Je komt deze situatie tegen als je het hebt over dingen "in het algemeen": 

Franse wijn is lekker.
Le vin français est bon. 

Kinderen zijn dol op frietjes
Les enfants adorent les frites! 

"in het algemeen"
Niet een deel van alle Franse wijn is lekker, maar deze zin wil uitdrukken dat álle Franse wijn, in het algemeen, lekker is. Niet sommige wel, sommige niet. -->
Een dubbele: álle kinderen in het algemeen (of gemiddeld) houden van álle frietjes, niet sommige wel, sommige niet. -->

Slide 9 - Slide

In het algemeen: bepaald lidwoord
Tip: zelfstandig naamwoorden na de volgende werkwoorden worden altijd in het algemeen bedoeld: 

aimer
détester
adorer
préférer
haïr 
(en andere werkwoorden die voorkeur of afkeur aanduiden)
"in het algemeen"

Slide 10 - Slide

Un exercice
Kies uit: le / la / l' / les / du / de la / de l' / des
Kijk dus goed: welke context?
(écrivez dans un cahier)

1. Les enfants mangent .......... frites.
2. Tu veux ....... café? - Non, merci, je préfère ..... thé.  
3. Il y a ..........eau dans la piscine? On peut nager? 
4. ...... cuisine américaine n'est pas très bonne, selon les Français.

"in het algemeen"
"een deel van"

Slide 11 - Slide

Réponses:


1. Les enfants mangent des frites.
2. Tu veux du café? - Non, merci, je préfère le thé.  
3. Il y a de l'eau dans la piscine? On peut nager? 
4. La cuisine américaine n'est pas très bonne, selon les Français.

"in het algemeen"
"een deel van"

Slide 12 - Slide

Woorden van hoeveelheid: "van"
Bij een woord van hoeveelheid heb je, als uitzondering, geen lidwoord! Alleen het woord "van", dat na een klinker of stomme "h" afgebroken kan worden: 

"hoeveelheid"
de
van
d'
van
In deze context maakt mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud helemaal niets uit! 

Slide 13 - Slide

Woorden van hoeveelheid: "van"
Dit zijn situaties met woorden van hoeveelheid:

Ik besteed veel tijd aan spelletjes.
Je passe beaucoup de temps en jouant des jeux.

Hij koopt een kilo tomaten
Il achète un kilo de tomates.

Wil je een glas water?
Tu veux un verre d'eau? 



"hoeveelheid"
Een kilo / veel - allebei woorden van hoeveelheid. Er volgt dus geen lidwoord, alleen het woord "de" / "d'"

Slide 14 - Slide

Un exercice
Kies uit: du / de la / de l' / des / de / d'
Kijk dus goed: welke context?
(écrivez dans un cahier)

1.Les Hollandais mangent toujours ..... pain au petit déjeuner.
2. C'est mauvais de boire trop ......... café.
3. Ecoute, je ne veux pas ....... problèmes avec lui. 
4. Tu aimerais avoir .......... enfants plus tard? 

"hoeveelheid"
"een deel van"

Slide 15 - Slide

Un exercice: réponses
Kies uit: du / de la / de l' / des / de / d'
Kijk dus goed: welke context?
(écrivez dans un cahier)

1.Les Hollandais mangent toujours du pain au petit déjeuner.
2. C'est mauvais de boire trop de café.
3. Ecoute, je ne veux pas de problèmes avec lui. 
4. Tu aimerais avoir des enfants plus tard? 

"hoeveelheid"
"een deel van"

Slide 16 - Slide

Maintenant, on va mélanger
Nu alles door elkaar. En denk eraan: le contexte est tout! 
"een deel van"
"in het algemeen"
"hoeveel-heid"

Slide 17 - Slide

Oh ja, dan hadden we ook nog:
Als er in het Nederlands wél gewoon "de" of "het" staat, kun je dat in het Frans wel gewoon vertalen met le / la / l'/ les  - dat is een soort vierde context: niet een deel van, niet in het algemeen, maar specifieke dingen. Hét vlees, het vlees dat jij vergeten bent te kopen. Geen ander vlees. 
"specifieke dingen"

Slide 18 - Slide

Finissez la phrase: "Pour un gâteau au chocolat, il me faut ..... 
et
chocola, 
boter, 
meel,
suiker, 
eieren

(in die volgorde)
du
du
chocolat
beurre
de la
farine
des
oeufs
du
sucre

Slide 19 - Drag question

Ik heb appels, peren en sinaasappels op de markt gekocht. 
J'
ai
acheté
des
pommes
des
poires
et
des
oranges
au
marché

Slide 20 - Drag question

Ik weet dat je van bier houdt, maar je moet niet teveel alcohol drinken. 
Je sais que                                                         , mais il ne faut pas                                                      . 
bière
aimes
tu
boire
trop
alcool
la
de la
de l'
l'
d'
de

Slide 21 - Drag question

Maar je bent het vlees en de pasta vergeten! 
Mais
tu
as
oublié
la
viande
et
les
pâtes
des
de la
es

Slide 22 - Drag question

C'est tout
Vous avez fini. Félicitations! ;) 





Tout est clair? Vous avez des questions? 

Slide 23 - Slide

Réponses:


1.Les Hollandais mangent toujours du pain au petit déjeuner.
2. C'est mauvais de boire trop de café.
3. Ecoute, je ne veux pas de problèmes avec lui. 
4. Tu aimerais avoir des enfants plus tard? 

"hoeveelheid"
"een deel van"
Attention! 
"geen"  (pas de) is ook een woord van hoeveelheid! Niets, namelijk. 

Slide 24 - Slide