Paragraaf 1.3: Beslissen we met z'n allen of namens ons allen?

Paragraaf 1.3: Beslissen we met z'n allen of namens ons allen?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Paragraaf 1.3: Beslissen we met z'n allen of namens ons allen?

Slide 1 - Slide

Directe democratie
Indirecte democratie

Slide 2 - Slide

Wanneer een democratie?
  1. Er zijn regelmatige vrije en geheime verkiezingen. 📩
  2. Alle burgers hebben toegang tot dezelfde grondrechten (en de overheid respecteert die ook!). 💬
  3. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht (mogen niet beïnvloed of ontslagen worden door overheid). 👩🏻‍⚖️
  4. Er zijn vrije media die het volk informeren. 📺

Slide 3 - Slide

75 zetels + indirect gekozen leden
150 zetels + direct gekozen leden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Parlement
Twee kerntaken:

  1. Wetgevende taak (welke wetten in Nederland gelden)
  2. Controlerende taak (vertrouwen in het kabinet -> indirect gevormd).

Voorbeeld: Het kabinet Rutte-IV is gevallen. Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie werden het niet eens over een nieuw asielbeleid.

Slide 6 - Slide

#samengevat
Deze vertrouwensregel betekent dat uiteindelijk het parlement, en dus indirect het volk, het laatste woord heeft in ons democratisch systeem.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat zijn voorbeelden van een directe democratie?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Wat zijn geheime verkiezingen?
A
De verkiezingen vinden plaats achter gesloten deuren.
B
Niemand mag weten welke politicus is gekozen voor een functie.
C
Niemand komt erachter op wie je hebt gestemd.
D
De verkiezingen vinden enkel in Den Haag plaats.

Slide 10 - Quiz

Op welk kenmerk van een vrije democratie maakt deze gebeurtenis een inbreuk op?
A
Er zijn regelmatige vrije en geheime verkiezingen.
B
Er is een onafhankelijke rechterlijke macht.
C
Alle burgers hebben toegang tot dezelfde grondrechten.
D
Er zijn vrije media die het volk informeren.

Slide 11 - Quiz

Waaruit bestaat het Nederlandse parlement?
A
Ministers en staatssecretarissen
B
Eerste en Tweede Kamer
C
Ministers en koning
D
Derde en Vierde Kamer

Slide 12 - Quiz

Waar of niet waar.

De Eerste Kamerleden kiest het volk indirect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Verbind de begrippen met de juiste uitleg
De volksvertegenwoordiging bestaande uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
Een wet die nog niet door de Eerste en Tweede Kamer is goedgekeurd.
Een democratie waarbij het volk indirect via een volksvertegenwoordiging beslist.
De leider van een groep Tweede Kamerleden of Eerste Kamerleden die horen bij dezelfde politieke partij
Eén van de twee kamers van het Nederlands parlement en bestaat uit 75 leden.
Eén van de twee kamers van het parlement die bestaat uit 150 leden.
Een staat waarin de burger bescherming van zijn rechten en vrijheden heeft tegen medeburgers én tegen de overheid.
Parlementaire democratie
Parlement
Tweede Kamer
Eerste Kamer
Rechtsstaat
Fractievoorzitter
Wetsvoorstel

Slide 14 - Drag question

Ga aan de slag!
Lees par. 1.3: Beslissen we met z'n allen of namens ons allen?

Kennis en begrip:
Maak opdracht 1 t/m 7.

Eerder klaar?
Ga naar de website Socrative en test je kennis.
Room name: Geschiedenis337
!

Slide 15 - Slide

Handige video's
https://www.youtube.com/watch?v=svXLUxcN7Pc 
(Links en rechts... Hoe zit dat nou? | NOS op 3)

https://www.youtube.com/watch?v=Fbs29h_hZSw 
(Hoe wordt Nederland bestuurd?)


Slide 16 - Slide