wk 20 6.3 en standsplaatsgebondenheid

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom bij geschiedenis

Binnen= beginnen:

• Ga rustig zitten op je plek volgens de nieuwste klassenplattegrond.
• Telefoon in je tas
• Jas uit


• Pak alvast je leerboek en werkboek OF laptop. Maar laat alles dicht.

Leerdoel

• Wat geloofden middeleeuwse christenen?
• Ik kan standplaatsgebondenheid in mijn eigen woorden uitleggen
• Ik oefen met standplaatsgebondenheid.

Vandaag

1. Herhaling 
2. Uitleg par. 6.3
3. standplaatsgebondenheid
4. Opdrachten maken

Herhaling

herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen

De Middeleeuwen

Een kruistocht is:

1. een heilige tocht van monniken met een kruis door een middeleeuwse stad.
2. een tocht naar het Midden-Oosten, een soort middeleeuwse vakantie.
3. een tocht naar Jeruzalem waarbij de christenen verslagen moeten worden
4. een tocht vanuit Europa om het Jeruzalem te veroveren.

De eerste kruistocht heeft veel oorzaken. Wat is GEEN oorzaak?

1. Er was handel tussen moslims en christenen
2. Pelgrims mochten niet meer naar Jeruzalem
3. De paus vertelde dat moslims het Heilige Land onteerden
4. Een islamitisch volk bedreigde Constantinopel

Wat was een goede plek voor een middeleeuwse stad?

1. Bij wegen, rivieren en zeeën
2. In het bos
3. Op een berg ver weg van grote wegen
4. Op een rustige plek (veilig verstopt)

Hoe werd een middeleeuwse stad beschermd?

1. Door tanks
2. Door straaljagers
3. Door raketten
4. Door dikke stadsmuren en poorten

Wat zijn stadsrechten?

1. iedereen moest de graaf gehoorzamen
2. de graaf was de baas
3. de burgers mochten zelf hun stad besturen
4. de bewoners van de stad

Uitleg 6.3, in het kort

Vagevuur en hemel

Volgens de kerk in de middeleeuwen konden er na de dood 3 dingen gebeuren:

1. Als je goed geleefd had ging je direct naar de hemel.

2. Je werd eerst gestraf voor je zonden en moest daarom een periode in het vagevuur (Plaats waar je ziel werd gezuiverd, voordat je naar de hemel ging.)

3. Als je een doodzonde had gedaan zoals bijv. een moord, dan moest je voor eeuwig branden in de hel.

Toch naar de hemel:

Om toch in de hemel te komen kon je de volgende dingen doen:

• veel bidden 
•  een aflaat kopen, een document dat je van de kerk kreeg als je iets goeds had gedaan.
• op bedevaart (pelgrimstocht) of kruistocht gaan. Op reis gaan naar een heilige plek om daar te bidden.
• bidden tot een heilige, zodat deze heilige een goed woordje voor je kan doen bij God. 

Historische vaardigheid: Standplaatsgebondenheid

• De tijd waarin je leeft en de plaats waar je woont hebben invloed op hoe je over dingen denkt.

• Jij denkt anders over dingen van iemand die 100 jaar geleden jouw leeftijd had.

• Als jij een bron leest of bekijkt moet je daar altijd rekening mee houden. De tijd en de plaats waarin de maker leefde hebben die bron beïnvloed.

Een Feyenoordsupporter zal veel negatiever zijn over een wedstrijd van Ajax dan een Ajaxsupporter.

Een Ajaxsupporter kijkt heel anders naar een wedstrijd van Ajax dan een Feyenoordsupporter

Standplaatsgebondenheid = historisch begrip

Een mening wordt bepaald door:

• de persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, opvoeding, opleiding, godsdienst en persoonlijke ervaringen)
• de sociale positie (rijk of arm, koning of burger?)
• historische situatie waarin iemand leeft (economische crisis, oorlog, standenmaatschappij, klimaatkennis).

waarom leer ik dit?

Begrijpen dat er standplaatsgebondenheid is, is belangrijk bij gebruik van bronnen.

Maar ook bijvoorbeeld als naar het nieuws kijkt of leest.

TikTok filmpjes kijkt.....

enz.

Vragen die je kan stellen

• Waarom doen mensen wat ze doen? En waarom denken mensen wat ze denken? 
• Vroeger waren die omstandigheden en gewoonten anders dan nu. Als je weet om welke tijd het gaat, bedenk dan wat je van die tijd weet. 
• Waar leefden mensen van? Welke problemen waren er? Welke gewoonten, gebruiken en kennis hadden ze?

Welke factoren (dingen) beïnvloeden jouw standplaatsgebondenheid?

Opdrachten maken

OEFENEN: 

- maken,  H6 opdracht 36 en 37 uit je werkboek.

- alleen, in je eigen werkboek of laptop.

- 10 min

We bespreken klassikaal.

Als iemand een historisch boek schrijft over de kruistochten en je wilt weten hoe standplaatsgebonden hij is, wat is dan het belangrijkste wat je van hem moet weten

1. zijn hobby's
2. zijn beroep
3. zijn geloof
4. zijn nationaliteit

Voor mij zijn de leerdoelen behaald

😒🙁😐🙂😃