ik schrijf een beschouwing

met een beschouwing wil je dat jouw lezer
A
jouw mening overneemt
B
heel hard moet lachen
C
informatie krijgt
D
zelf zijn mening kan vormen
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

met een beschouwing wil je dat jouw lezer
A
jouw mening overneemt
B
heel hard moet lachen
C
informatie krijgt
D
zelf zijn mening kan vormen

Slide 1 - Quiz

je neemt mee naar school:
A
alleen een pen
B
je bouwplan
C
je bronnen en je bouwplan
D
je bronnen

Slide 2 - Quiz

je bouwplan mag (zonder dat de citaten meetellen) hoeveel woorden bevatten?
A
100
B
110
C
120
D
150

Slide 3 - Quiz

in je inleiding zet je in elk geval:
A
een aandachtstrekker
B
een aandachtstrekker en een vraag
C
een probleem
D
aandachtstrekker, én een vraag of probleem

Slide 4 - Quiz

bronnen vermeld je in je beschouwing
A
door te citeren
B
niet
C
door iemands naam te noemen en te citeren
D
door iemands naam en functie te noemen en te citeren

Slide 5 - Quiz

Wat lijkt jou het moeilijkst van het schrijven van een beschouwing?

Slide 6 - Open question

Hoe schrijf je de laatste alinea?
Gebruik een signaalwoord: (ten slotte, of kortom), 
vat de verschillende standpunten kort samen.
Besluit met een 

Slide 7 - Slide

signaalwoorden van opsomming

Slide 8 - Mind map

signaalwoorden van tegenstelling

Slide 9 - Mind map

laatste vragen:
heb je genoeg bronnen?
heb je ze verwerkt in je bouwplan?
heb je je bouwplan klaar?

Slide 10 - Slide

een paar beschouwingen
als voorbeeld

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide