Formatieve toets

Lernlisten 
Grammatik: voltooid deelwoord
Redemittel 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lernlisten 
Grammatik: voltooid deelwoord
Redemittel 

Slide 1 - Slide

Op de volgende pagina's vind je een aantal vragen over de woorden(schat).

Voor de toets moet je de woorden uit de Lernlisten en Redemittel vertalen met het juiste lidwoord.

Slide 2 - Slide

Übersetze (vertaal):
een cola
A
ein Cola
B
eine Cola

Slide 3 - Quiz

Übersetze (vertaal):
aardappels

Slide 4 - Open question

Übersetze (vertaal):
zoals

Slide 5 - Open question

Wat klopt niet?
der Käse - der Zucker - die Butter - die Milch
A
der Käse
B
die Butter
C
der Zucker
D
die Milch

Slide 6 - Quiz

Wat is het lidwoord van '...
Fleisch'?
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

Wat is het lidwoord van '...
Fisch'?
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

Redemittel
Op de volgende dia's staan vragen over de Redemittel  
Voor de toets moet je...
a. de zinnen kunnen vertalen NL-D;
b. antwoord geven in het Duits op de vragen;
c. eigen zinnen kunnen maken met de woorden.

Slide 9 - Slide

Was ist die richtige (juiste) Antwort?
Was trinkst du?
A
Ich will Nudeln.
B
Ich möchte meine Suppe warm essen.
C
Ich möchte eine Fanta, bitte.
D
Ich will eine Suppe machen.

Slide 10 - Quiz

Was ist die richtige (juiste) Antwort?
Und was willst du essen?
A
Ich möchte eine Suppe.
B
Ich will essen.
C
Ich möchte Pfeffer.
D
Ich will eine Suppe machen.

Slide 11 - Quiz

Übersetze (vertaal):
Wat eten we vanavond?

Slide 12 - Open question

Übersetze (vertaal):
Hoe heb je de vis klaargemaakt?

Slide 13 - Open question

Übersetze (vertaal):
Eet je liever bij Mark?

Slide 14 - Open question

Übersetze (vertaal):
Heb je die in de supermarkt gekocht?

Slide 15 - Open question

Übersetze (vertaal):
Groente is altijd lekker.

Slide 16 - Open question

Grammatik 'voltooid deelwoord'
Op de volgende pagina's vind je oefeningen met het voltooid deelwoord.

Voor de toets moet je kunnen:
a. het voltooid deelwoord kunnen maken van zwakke werkwoorden;
b. de voltooid deelwoorden van essen, nehmen, trinken - nehmen kunnen maken.
c. de werkwoorden kunnen vertalen (NL-D/D-NL).

Slide 17 - Slide

Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord?
machen
A
gemacht
B
macht
C
gemachd
D
gemachtt

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord?
hören
A
gehöret
B
gehort
C
gehört
D
gehörte

Slide 19 - Quiz

Maak het voltooid deelwoord van:
turnen

Slide 20 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:
feiern

Slide 21 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:
tanzen

Slide 22 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:
kochen

Slide 23 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:
Ich habe einen leckeren Hamburger ...[eten]...

Slide 24 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:
Meine Mutter hat mir 50 Euro ...[geven]...

Slide 25 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:
Meine beste Freundin hat noch nie Red Bull ...[drinken]...

Slide 26 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in:
Warum hast du nicht den Bus früher ...[nemen]...

Slide 27 - Open question

Gut gemacht!
Je bent nu klaar met de oefentoets.
Je gaat nu het volgende doen
1. Aufgaben 
2. In Quizlet leren.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link