Getallen Les 1

De waarde van een getal
  • Het verschil tussen Cijfers en getallen
  • Hoe je een DHTE-schema invult
  • De waarde van een cijfer in een getal te bepalen
  • Afronden van getallen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De waarde van een getal
  • Het verschil tussen Cijfers en getallen
  • Hoe je een DHTE-schema invult
  • De waarde van een cijfer in een getal te bepalen
  • Afronden van getallen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarde van een getal
E = eenheden
T = tiental
H = honderdtal
D= duizendtal
TD = tienduizendtal
HD = honderduizendtal
M = miljoental

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik kan getallen tot 10000 in het DHTE schema zetten.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Eerst
Even
Op
Warmen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Spreek uit:
589

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Spreek uit:
658

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Spreek uit:
2658

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Spreek uit:
4582

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spreek uit:
8888

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de waarde van 8 in het getal:
489
A
8
B
80
C
800

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van 5 in het getal:
592
A
5
B
50
C
500

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van 9 in het getal:
967
A
9
B
90
C
900

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van 7 in het getal:
897
A
7
B
70
C
700

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van 9 in het getal:
999
A
9
B
90
C
900

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Maar nu...

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

We kennen al
Eenheden
Tiental
Honderdtal
Wat zou de volgende in het rijtje zijn?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

4891
Eenheid: 1
Tiental: 90
Honderdtal: 800
Duizendtal: 4000

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is de waarde van 7 in het getal:
8760
A
7
B
70
C
700
D
7000

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van 2 in het getal:
2908
A
2
B
20
C
200
D
2000

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van 6 in het getal:
6789
A
6
B
60
C
600
D
6000

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Afronden

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Regels
Afronden op een tiental: je kijkt naar de eenheden.
Afronden op een honderdtal: je kijkt naar de tientallen.
Afronden op een duizendtal: je kijkt naar de honderdtallen

Dan geldt:
0 t/m 4 afronden naar beneden (het cijfer dat je laat staan verandert niet).
5 t/m 9 afronden naar boven (je verhoogt het cijfer dat je laat staan met 1).


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bijvoorbeeld
Afronden op een tiental:
12 wordt 10

Afronden op een honderdtal:
183 wordt 200

Afronden op een duizendtal:
3490 wordt 3000

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


Rond het getal 93 af op een tiental.

Slide 25 - Open question

Je kijkt naar de eenheid: 3. Bij 3 rond je af naar beneden: de 9 verandert niet.

Rond het getal 428 af op een honderdtal.

Slide 26 - Open question

Kijk naar het tiental: 2. Bij 2 rond je af naar beneden: de 4 verandert niet.

Rond het getal 2.759 af op een duizendtal.

Slide 27 - Open question

Kijk naar het honderdtal: 7. Bij 7 rond je af naar beneden: de 2 wordt een 3.
Tip!
Na afronden op een tiental eindigt het getal op één nul.

Na afronden op een honderdtal eindigt het getal op twee nullen.

Na afronden op een duizendtal eindigt het getal op drie nullen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Rond het getal 28.815 af op een duizendtal.

Slide 29 - Open question

Je kijkt naar het honderdtal: 8. Bij 8 rond je af naar boven: het achterste cijfer dat je laat staan (de 8) verhoog je met 1.

Rond het getal 4.540 af op een honderdtal.

Slide 30 - Open question

Je kijkt naar het tiental: 4. Bij 4 rond je af naar beneden: het achterste cijfer dat je laat staan (de 5) verandert niet.


Even denken...

Slide 31 - Slide

Is alles duidelijk?
Heb je nog vragen? Die kun je invullen bij de volgende dia.