Werkwoordspelling (denken, delen, uitwisselen)

1 / 9
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 9 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voorkennis over het spellen van de persoonsvorm.


Samenwerkend leren: de onderzoeksopdrachten



Zelfstandig leren



Check je kennis en inzicht

Slide 2 - Slide

Goed of fout gespeld?
Beoordeel per korte tekst of de werkwoorden goed of fout zijn gespeld? Sleep ze naar het juiste vak.
(1) In een multiculturele samenleving is het belangrijk dat je rekening houd met de cultuur waarin je leeft, maar dat je de eigen afkomst niet verloochent.
(2) 'Wordt je broer vaak herkend sinds hij heeft meegedaan aan de Voice?'
(3) Een jongerenwerker is iemand die namens de gemeente een groep jongeren begeleidt.
(1) Hoewel er veel politieagenten en camera's aanwezig zijn, gebeurt er iedere stapnacht in Leeuwarden wel iets.
(2) De docent beschuldigt me er onterecht van dat ik tijdens de klassikale instructielessen zijn soms nogal ingewikkelde vragen nooit beantwoord.
(3) Als je op een willekeurige dag door de winkelstraat loopt, word je onvermijdelijk van alles aangeboden door straatverkopers: kranten, frisdrank en andere levensmiddelen.

Slide 3 - Drag question

Hierna zie je tweemaal 3 zinnen. In twee zinnen zit een fout in de werkwoordspelling, in één zin zit geen fout. Benoem en verklaar de fouten.

(1) In een multiculturele samenleving is het belangrijk dat je rekening houd houdt met de cultuur waarin je leeft, maar dat je de eigen afkomst niet verloochent.

(2) 'Wordt je broer vaak herkend sinds hij heeft meegedaan aan de Voice?'

(3) Een jongerenwerker is iemand die namens de gemeente een groep jongeren begeleidt.











(1) Hoewel er veel politieagenten en camera's aanwezig zijn, gebeurt er iedere stapnacht in Leeuwarden wel iets.

(2) De docent beschuldigt me er onterecht van dat ik tijdens de klassikale instructielessen zijn soms nogal ingewikkelde vragen nooit beantwoord.

(3) Als je op een willekeurige dag door de winkelstraat loopt, word wordt je onvermijdelijk van alles aangeboden door straatverkopers: kranten, frisdrank en andere levensmiddelen.

Slide 4 - Slide

Voorbereiding thuis
Je hebt de onderzoeksvragen beantwoord.
Uitwisselen
Je bespreekt de antwoorden. Formuleer een gezamenlijk, beste antwoord op de vragen.
Inzicht testen
Maak de testvragen onderaan het uitwerkblad. Verklaar de antwoorden aan de hand van de eerder besproken theorie.
timer
20:00
Klaar?
Ga in je groepje verder met de volgende onderzoeksopdrachten die horen bij de werkwoordspelling.

Slide 5 - Slide

Maak de onderzoeksopdrachten die horen bij: 
persoonsvorm verleden tijd
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt werkwoord

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

  1. Waarom [worden] je ontslagen als je een plastic tasje meeneemt?
  2. Als er iets [gebeuren], [wenden] u zich dan tot de begeleider?
  3. Wie [benijden] je het meest: de speler van Ajax of de influencer?
  4. [worden] jou wel vaker verteld dat je enorm op je moeder lijkt?
  5. Dat jij je idool zo [verafgoden], gaat er bij mij niet in.
  6. Hij staat erom bekend dat hij met tomeloze energie en aanstekelijk enthousiasme grote groepen mensen [overreden].
  7. "Ik denk dat ik psycholoog of, als de kans zich ooit voordoet, zanger [worden]."
timer
3:00

Slide 8 - Slide

  1. Waarom  WORD je ontslagen als je een plastic tasje meeneemt?
  2. Als er iets GEBEURT, WENDT u zich dan tot de begeleider?
  3. Wie BENIJD je het meest: de speler van Ajax of de influencer?
  4. WORDT jou wel vaker verteld dat je enorm op je moeder lijkt?
  5. Dat jij je idool zo VERAFGOODT, gaat er bij mij niet in.
  6. Hij staat erom bekend dat hij met tomeloze energie en aanstekelijk enthousiasme grote groepen mensen OVERREEDT.
  7. "Ik denk dat ik psycholoog of, als de kans zich ooit voordoet, zanger WORD."

Slide 9 - Slide