M&M steden en staten

6.2 Het ontstaan van steden
Jaren: 1000-1500
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2 Het ontstaan van steden
Jaren: 1000-1500

Slide 1 - Slide

Waar of niet?
In het centrum van een stad wonen weinig mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar?
De randstad is dunbevolkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Wat ligt er in het donkergroene gebied?

Slide 5 - Open question

Voor vandaag:
  • Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen waarom er steden ontstonden.
  •  Ik kan uitleggen wat een historisch feit is en waarom dit verschilt van een mening of een feit.
  • Ik begrijp wat een ambacht is en kan dit met afbeeldingen/voorbeelden uitleggen en herkennen.
  • Ik kan uitleggen wat de Hanze is en waarom de Hanze geholpen heeft bij het ontstaan van steden.
  • Je bent bekend met het tijdvak van Steden en Staten en weet wanneer dit was.

Slide 6 - Slide

De middeleeuwen: 500-1500.

Slide 7 - Slide

500-1000
Monniken en ridders
  • Kleine dorpjes.
  • Iedereen verbouwt zijn eigen eten.
  • Geen handel.

Slide 8 - Slide

1000-1500
Steden en staten
  • Grote steden.
  •  Geld is belangrijk.
  • Veel handel.

Slide 9 - Slide

Waarom?
  • Rond het jaar 1000 gaat het goed met Europa. 

  • Er komt meer voedsel door uitvindingen.                     
    Mensen houden voedsel over!
  • Dat wordt verkocht op markten.          
  • Markten betekent handel.                     

Slide 10 - Slide

Ambachten
  • Mensen kunnen andere dingen gaan doen.
  • Er komen ambachten                             Iets met je handen maken.
  • Timmermannen, leerlooiers enz.

Slide 11 - Slide

Verzin zelf een ambacht.

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Van marktplaats tot stad.
  • Mensen verkopen hun spullen op marktplaatsen.
  • Veel mensen gaan om de marktplaats heen wonen. Zo groeit een stad.
  • De marktplaats is dus het centrum. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hanze
  • Handelaren reisden van markt naar markt.
  • Ze reisden samen.
  •  Een groep handelaren die samenwerken               Hanze.

Slide 16 - Slide

Historisch feit.
  • Een mening is als je iets vindt. Dat is jouw mening: Rood is de mooiste kleur die er is.
  • Een feit is als je kan bewijzen dat het waar is: Karel de Grote was 190 cm lang.
  •   Een historisch feit is wanneer iets echt gebeurt is in het verleden en je dit ook kunt laten zien/bewijzen.

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
  • Maak: Cursus 6.1 B in Learnbeat
  • Tijd: 15 minuten.
  • Klaar: Nakijken.
  • Helemaal klaar: Opdracht 9 Teken een tijdlijn!


Slide 18 - Slide