Quiz Staatsinrichting Politiek stromingen

Quiz Staatsinrichting Politiek stromingen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Quiz Staatsinrichting Politiek stromingen

Slide 1 - Slide

Liberalisme

Slide 2 - Mind map

Conservatief

Slide 3 - Mind map

Socialisme

Slide 4 - Mind map

Welke stroming streefde naar een klassenloze samenleving?
A
Conservatisme
B
Nationalisme
C
Liberalisme
D
Socialisme

Slide 5 - Quiz

Welke stroming stond voor het behoud van traditionele waarden en normen?
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Conservatisme
D
Socialisme

Slide 6 - Quiz

Welke stroming legde de nadruk op nationale identiteit en autonomie?
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Conservatisme
D
Nationalisme

Slide 7 - Quiz

Wie was een bekende Nederlandse politicus?
A
Thorbecke
B
Einstein
C
Mozart
D
Picasso

Slide 8 - Quiz

Welke politicus was een voorstander van het algemeen kiesrecht?
A
Shakespeare
B
Kuyper
C
Troelstra
D
Da Vinci

Slide 9 - Quiz

Welke politicus was een voorman van de ARP?
A
Kuyper
B
Thorbecke
C
Van Gogh
D
Galilei

Slide 10 - Quiz

Bij welke politiek stroming hoorde deze man?

Slide 11 - Open question

Wie is deze man en bij welke politieke stroming hoorde hij?

Slide 12 - Open question

Wie was deze man en bij welke politieke stroming hoorde hij?

Slide 13 - Open question

Wie was deze casanova? En bij welke politieke stroming hoorde hij?

Slide 14 - Open question

Welke politieke partij was een van de eerste socialistische partijen in Nederland?
A
SDB
B
SDAP
C
Conservatief
D
Liberaal

Slide 15 - Quiz

Wie was een bekende Nederlandse politicus en oprichter van de SDAP?
A
Herman Schaepman
B
Abraham Kuyper
C
Ferdinand Domela Nieuwenhuis
D
Pieter Jelles Troelstra

Slide 16 - Quiz

Wie heeft de grondwet van 1848 gewijzigd?
A
Scheapman
B
Thorbecke
C
Willem 2
D
Troelstra

Slide 17 - Quiz

Welke politieke stroming was voorstander van de grondwetswijziging?
A
Conservatief
B
Socialisme
C
Feminisme
D
Liberaal

Slide 18 - Quiz

Wie was de koning van Nederland in 1848?
A
Willem 2
B
Willem 1
C
Willem 3
D
Thorbecke

Slide 19 - Quiz

Welke politieke stroming was tegenstander van de grondwetswijziging?
A
Liberaal
B
Socialisme
C
Conservatief
D
Nationalisme

Slide 20 - Quiz

Welke politieke partij is liberaal?
A
VVD
B
PvdA
C
CDA
D
VARA

Slide 21 - Quiz

Welke krant is links georiënteerd?
A
Het Parool
B
Trouw
C
Telegraaf
D
Volkskrant

Slide 22 - Quiz

Welke omroep is protestants?
A
VPRO
B
KRO
C
VARA
D
NCRV

Slide 23 - Quiz

Welke omroep is socialistisch?
A
NCRV
B
KRO
C
VARA
D
VPRO

Slide 24 - Quiz

Welke politieke partij is christendemocratisch?
A
CDA
B
PvdA
C
VVD
D
VARA

Slide 25 - Quiz

Welke politieke stroming is voor algemeen kiesrecht?
A
Liberalisme
B
Rooms-Katholieken
C
Socialisme
D
JA uhhh nee deze niet

Slide 26 - Quiz

Welke politieke partijen zijn voor vrouwenkiesrecht?
A
Katholieke & Protestanten
B
Socialisten & Katholieken
C
Liberalen & Protestanten
D
Socialisten & Liberalen

Slide 27 - Quiz

Wie willen er geld voor bijzonder onderwijs?
A
Socialisten & Liberalen
B
Protestanten & Katholieken
C
Socialisten & Protestanten
D
Liberalen & Katholieken

Slide 28 - Quiz

Wat zijn klassieke grondrechten?
A
Economische rechten van de staat
B
Collectieve rechten van de samenleving
C
Individuele vrijheden en rechten van burgers
D
Politieke grondrechten van politieke partijen

Slide 29 - Quiz

Wat zijn sociale grondrechten?
A
Rechten op economische vrijheid
B
Rechten op sociale zekerheid en welzijn
C
Rechten op individuele privacy
D
Rechten op politieke participatie

Slide 30 - Quiz

Wat gebeurde er in 1848?
A
De Franse Revolutie
B
De afschaffing van slavernij in Nederland
C
De grondwetsherziening in Nederland
D
De oprichting van de Europese Unie

Slide 31 - Quiz

Welke van de volgende is een klassiek grondrecht?
A
Recht op onderwijs
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Recht op gezondheidszorg
D
Recht op een woning

Slide 32 - Quiz

Welke van de volgende is een sociaal grondrecht?
A
Recht op vrije vereniging
B
Recht op eigendom
C
Vrijheid van godsdienst
D
Recht op arbeid

Slide 33 - Quiz