Paragraaf 5.1/7.1: Organisatieniveaus/Organismen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Pak je spullen:

• Laptop
• Biologie boek
• Schrift voor aantekeningen
• Pen
  
• Mobiel in de tas!

Wat gaan we doen?

• Opdracht documentaire wolf bespreken 

• Uitleg paragraaf 5.1 (VWO) en paragraaf 7.1 (HAVO)

• Toetsbespreking

Ecologie

Ecologie op alle organisatieniveaus/organismen

Lesdoelen

1. Ik kan uitleggen wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.

2. Ik kan de biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.

3. Ik kan de invloed van de belangrijke abiotische factoren op organismen beschrijven en de invloed van organismen op abiotische factoren.

Wat is ecologie ook alweer?

Ecologie

= onderzoek naar de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving

Ecologie

Bestudeert de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving.

Organisatieniveaus:

• Molecuul
• Cel
• Weefsel
• Orgaan
• Organisme
• Populatie
• Levensgemeenschap
• Ecosysteem
• Biosfeer/systeem aarde

Emergente eigenschappen

Specifieke eigenschappen voor een hoger niveau dan ervoor.

• Populatie: dichtheid, geslachtverhouding, geboorte en sterfte cijfer
  
  
• Levensgemeenschap: biodiversiteit en complexiteit

Als individuen van 2 verschillende populaties lange tijd niet met elkaar voortplanten

Bijvoorbeeld door geografische isolatie zoals een rivier of bergketen

• Levensgemeenschap?
• Biotoop?
• Ecosysteem? 
• Biosfeer?

Definities: wat is een...

Als individuen van 2 verschillende populaties lange tijd niet met elkaar voortplanten

Bijvoorbeeld door geografische isolatie zoals een rivier of bergketen

• Levensgemeenschap = alle populaties in een bepaald gebied samen / alle organismen in een ecosysteem
• Biotoop = alle abiotische factoren in een bepaald gebied samen
• Ecosysteem = alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied samen / natuurlijk begrensd gebied 
• Biosfeer = alle ecosystemen op aarde samen

Definities:

Wat zijn biotische en abiotische factoren?

Invloeden van het milieu

biotische factoren = 

invloeden afkomstig van de levende natuur

abiotische factoren = 

invloeden afkomstig van de levenloze omgeving

BODEM:

• 
  

Soorten Bodems in NL

Bodem alleen is geen abiotische factor!

Eigenschappen van de bodem wel zoals:

• Grootte van bodemdeeltjes
• pH
• Hoeveelheid water in de bodem
• Hoeveelheid zuurstof
• Hoeveelheid humus 

Wat is een habitat?

Als individuen van 2 verschillende populaties lange tijd niet met elkaar voortplanten

Bijvoorbeeld door geografische isolatie zoals een rivier of bergketen

Aantekening

Habitat = leefgebied van een organisme binnen een ecosysteem zoals het wateroppervlak of de bosbodem

Definities 

Waar kan een soort leven?

Verspreidingsgebied = gebied op aarde waar een soort voorkomt

Tolerantie = vermogen om schommelingen van een abiotische factor te verdragen

Waar kan een soort leven?

Beperkende factor = de ultieme abiotische factor die bepaald of een soort / organisme ergens kan leven / groeien

Aan de slag!

HAVO:

Paragraaf 7.1: opdrachten 1 t/m 8

VWO:

Paragraaf 5.1: opdrachten 1 t/m 12 + 16

Toetsbespreking!

Nabespreking:

• Zijn er nog vragen?

• Hoe vonden jullie de les?

Tot slot:

Schuif je stoel aan

en

Ruim je afval op

Tot de volgende les!