Geschiedenis van de Nederlandse taal

Geschiedenis van de Nederlandse taal 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Geschiedenis van de Nederlandse taal 

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Ik kan kort de geschiedenis van de Nederlandse taal samenvatten.

Ik ken het eerste zinnetje uit een van de oudste Nederlandse teksten.


Slide 2 - Slide

Ontstaan van de Nederlandse taal
We gaan een reis door de tijd maken
- Proto-Indo-Europees
- Proto-Germaans
- Oudnederlands
- Middelnederlands
- Standaard Nederlands


Slide 3 - Slide

Taalfamilies
Hier in Europa kenden we  een moedertaal, namelijk het Proto-Indo-Europees. Dit is een proto-taal, wat betekent dat er geen bewijzen zijn dat deze taal heeft bestaan/is gesproken. Vanuit deze moedertaal zijn er allerlei vertakkingen gekomen naar nieuwe talen, zoals het Germaans. Dit is de voorouder van het Nederlands. Alle talen staan met elkaar in verbinding en dat noemen we taalfamilies. Dat ziet er ongeveer zo uit...

Slide 4 - Slide

Taalfamilies

Slide 5 - Slide

Taalfamilies

Slide 6 - Slide

Taalfamilies

Slide 7 - Slide

Taalfamilies

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Oudnederlands (500 n.Chr. - 1000)
Uit het Germaans ontstonden nieuwe talen. Dit gebeurde omdat Germaanse stammen zich begonnen te verspreiden over een groter gebied. Hierdoor viel de taal steeds meer uiteen in onderling van elkaar verschillende dialecten. 

Een van die dialecten was het Oudnederlands. Van deze taal zijn er bewijzen dat de taal is gesproken, maar er is bijna niets uit die tijd bewaard gebleven. Het oudst bekendste zinnetje uit die tijd is: Maltho thi afrio lito. Wat ongeveer betekent: Ik meld je: ik bevrijd (je), laat. Deze zin werd gebruikt in de rechtspraak om een halfvrij persoon vrij te spreken. 


Slide 10 - Slide

Oudnederlands (500 n.Chr. - 1000)
Er ontstaan steeds meer herkenbare woorden die wij ook nog gebruiken omdat mensen met elkaar eenzelfde taal gaan spreken. 
Eerste typische woorden voor het Nederlands, zoals huova voor hoeve. 

De oudste literaire Nederlandse zin, Hebban olla vogala, dateert uit ongeveer 1100.
Hedendaags Nederlands:
Hebban olla vogala nestas hagunnan                  Alle vogels zijn met hun nesten begonnen
hinase hi(c) (e)nda thu                                                  Behalve jij en ik
uu(at) unbida(n) (uu)e nu                                            Waar wachten we nog op

Het zou een liefdesgedicht zijn dat geschreven is door een monnik.

Slide 11 - Slide

Middelnederlands (1150-1500)
Het Oudnederlands werd tot halverwege de twaalfde eeuw gesproken. 
Tussen 1200 en 1500 sprak men Middelnederlands. Er was nog wel onderscheid in verschillende dialecten, zoals het Brabants, het Vlaams, het Limburgs, het Hollands, maar onderling konden ze elkaar verstaan. 
De elite en de geestelijkheid sprak Latijn. Dit was ook de taal waarin er geschreven werd. 
Toch gingen steeds meer mensen schrijven in de eigen taal, het Middelnederlands.
De spelling volgde toen nog de spreektaal en kon dus per streek sterk verschillen. Er was dus nog geen standaardtaal met een vaste woordvolgorde, maar wel maakten ze gebruik van vier naamvallen net als in het Duits.



Slide 12 - Slide

Middelnederlands (1150-1500)

Slide 13 - Slide

Middelnederlands (1150-1500)


Het Middelnederlands kende nog naamvallen. Zie afbeelding.

Waar lijkt dit nog het meest op qua taal?

Slide 14 - Slide

Standaard Nederlands (1500-Nu)
Tijdens de Tachtigjarige oorlog werd het Nederlands opeens een belangrijk onderdeel. We wilden onafhankelijk worden en net zoals de Spanjaarden onze eigen taal hebben. Vanuit daar zijn er afspraken gemaakt  en kwam er een taal met een regelsysteem. 
De bevolking leerde lezen en schrijven en de taal ontwikkelde zich tot de taal die wij vandaag de dag spreken. 

Slide 15 - Slide

Standaard Nederlands (1500-Nu)
De verschillen tussen de regio’s werden kleiner. Het dialect dat het meeste aanzien genoot, won van andere gesproken en geschreven talen van het Nederlands.
Er werd gekozen voor standaardvormen van bepaalde woorden, mus boven mos, zoon boven zeun. De standaardtaal werd steeds meer vastgelegd en gebruikt in de kerk, het onderwijs, de rechtbank. Uiteindelijk gebruikte iedereen de standaardtaal. 

Slide 16 - Slide

Standaard Nederlands (1500-Nu)
In de 18e en 19e eeuw stonden de spreek- en schrijftaal nog ver van elkaar af. Eind 19e eeuw begon dit naar elkaar toe te groeien en werd de geschreven taal gericht op de gesproken standaardtaal. Dit was het Algemeen Nederlands (AN), voor zowel spreken als schrijven. Eerst was dit nog vooral voor de elite, later werd het de taal van iedereen.


 . 

Slide 17 - Slide

Standaard Nederlands: heden
Zoals je ziet, is taal altijd aan verandering onderhevig. Het Nederlands bestaat niet. De taal is steeds in beweging en wordt beïnvloed door allerlei factoren. 
Welke factoren kun je noemen?
Welke leenwoorden ken jij? 





 . 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link