This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Grammatica zinsdelen
Herhaling
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Lesdoel vandaag
Ik kan in een zin de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp benoemen. Ook leer je hoe ond en pv overeenkomen in getal
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Ontleed onderstaande zin in je schrift.
Vanmiddag geeft hij zijn vriendin een ring.
Slide 6 - Slide
Welk antwoord klopt?
A
zijn vriendin = MV
B
zijn vriendin = LV
C
zijn vriendin = ond
D
zijn vriendin = gez
Slide 7 - Quiz
Ontleed de volgende zin in je schrift
Hij wenst Daphne meer mensenkennis toe.
Slide 8 - Slide
Welk antwoord is NIET juist?
A
Hij = ond
B
Wenst = gez
C
Meer mensenkennis= lv
D
wenst = pv
Slide 9 - Quiz
Ond en persoonsvorm in getal overeenstemmen
Meestal zie je heel snel of ze overeenkomen, maar soms zie je dat niet meteen.
Soms bestaat het onderwerp uit een woord dat in vorm enkelvoud is, maar de betekenis als meervoud overkomt.