Voedermiddelen

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 2

Voedermiddelen

Wat gaan we vandaag doen:

Herhalen vorige week

Oefenen droge stof 

Extra oefenen tabellenboek veevoeding

Doelen

Aan het eind van de les:

ken je de belangrijkste bestanddelen van voedermiddelen

weet je hoe je droge stof uitrekent 

Hoeveel uur per dag herkauwt een koe

1. 4-5
2. 10-13
3. 7-10
4. 13-16

Ruwvoer

Krachtvoer

Mengvoer

Ruwe celstof

Ruw vet

Ruw eiwit

Koolhydraten

Ruw as

Mineralen

Structuur

Bouwstoffen

Suiker

Zetmeel

Energie

Zand

Met welke methode onderzoek je de afbraaksnelheid en niet verteerbare delen (pensfistel)

1. Tilley en Terry Methode
2. In Sacco-methode
3. NIRS (infrarood spectroscopie)
4. Weende-analyse

Wat is het grondrantsoen? De hoeveelheid.....

1. krachtvoer die beschikbaar is in kg. droge stof
2. ruwvoer die beschikbaar is in kg. droge stof
3. krachtvoer die beschikbaar is in kg product
4. ruwvoer die beschikbaar is in kg product

Wat zijn geen organische stoffen

1. Koolhydraten
2. Ruwe celstof
3. Mineralen
4. Ruw vet

Wat zijn de 2 hoofdbestanddelen
van een voedermiddel

1. Droge stof en water
2. Mineralen en grond
3. Zetmeel en suiker
4. Ruw vet en ruw eiwit

Wat in juist: voedermiddelen met een laag droge stof gehalte

1. Is beter houdbaar dan met een hoog droge stof gehalte
2. Moet de koe meer kilo's eten om voldoende energie op te nemen

Welk voedermiddel heeft een droge stof gehalte van ca. 16%

1. Brok
2. Weidegras
3. Kuilgras
4. Snijmaiskuil

Oefenen Droge Stof bepalen

Een voedermiddel wordt te drogen gezet bij 90° C. Zolang het gewogen monster nog lichter wordt, verdampt er nog steeds water. Pas als het gewicht gelijk blijft is al het water verdwenen.

326 gram van een voedermiddel wordt te drogen gezet. Na 6 uur weegt het monster nog 156 gram, na 8 uur nog 117 gram, na 9 uur nog 92 gram en na 10 uur nog steeds 92 gram.

Bereken het ds gehalte in procenten en in grammen per kg.

Uitwerking

Uiteindelijk is al het water verdampt waardoor het middel nog 92 gram weegt. Dat is dus de droge stof.

326 gram voedermiddel - water = 92 gram ds. (dus 326-92 = 234 gram water)

92 gedeeld door 326 x 100= 28,2 % ds. (deel delen door het geheel x 100)

Dat is dus 282 gram per kg (1000 delen door 100 X %)

Oefening

a. 485 gram van een voedermiddel bevat 24% ds. Hoeveel gram is dat?

b. Hoeveel % is 59 van 173?

c. Als een kg voedermiddel 84 % water bevat, hoeveel gram ds bevat het dan per kg?

d. Als een dier 80 liter water op een dag nodig heeft, en hij vreet 95 kg weidegras, moet je hem dan nog extra drinkwater geven? 

e. Hoeveel kg water zit er in 12 kg brok?

f. Reken 3 kg ds graskuil (35% ds )om naar kg product.

Uitwerking

a.  485/100 x 24 = 116,4 gram ds

b. 59/173 x 100= 34,1 %

c. 1000 – 840 = 160 gram per kg

d. 95 kg weidegras bevat 84% water dus

 95/100 x 84= 79,8 liter water. Behoefte was 80 liter dus in orde.

e. 12/100 x 10 = 1,2 liter water

f. 1 kg is 1000 gram. In deze graskuil zit 350 gram ds per kg.

3/35 x 100 = 8,57 kg product

Oefening

Een volwassen dier krijgt het volgende rantsoen:

 5 kg ds graskuil (40% ds)

 4 kg ds snijmaiskuil (30% ds)

 2 kg ds hooi

 4 kg perspulp

g. Bepaal het grondrantsoen.

h. Wat vind je van het grondrantsoen?

i. Hoeveel kg product ligt er voor deze koe voor het voerhek?

uitwerking

g. 5+4+2= 11 kg ds

h. Is wat weinig ruwvoer voor een volwassen dier

i.

Voor 5 kg graskuil dus 5/40 x 100= 12,50 kg graskuil

Voor 4 kg snijmaiskuil 4/30 x 100 = 13,3 kg snijmaïs

Voor 2 kg hooi 2/85 x 100 = 2,34 kg hooi

Totaal: 32,14 kg product. (12,5 + 13,3 + 2,34 + 4)

Evaluatie

Noem 4 bestanddelen van voedermiddelen

Hoe bereken je het percentage droge stof

Wat vonden jullie van de les (duimen)