Dialecten

“Zindelijk” zijn, de meeste mensen zeggen het in de context van een peuter die flink op het potje gaat. In West-Vlaanderen heeft het woord op veel plekken een heel andere betekenis. Wat ben je daar als je “zindelijk” bent?
A
kieskeurig
B
humeurig
C
handtastelijk
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

“Zindelijk” zijn, de meeste mensen zeggen het in de context van een peuter die flink op het potje gaat. In West-Vlaanderen heeft het woord op veel plekken een heel andere betekenis. Wat ben je daar als je “zindelijk” bent?
A
kieskeurig
B
humeurig
C
handtastelijk

Slide 1 - Quiz

Weinig woorden met zoveel dialectvarianten als een schommel. Een “renne” in grote delen van West-Vlaanderen, een “bijs” in Oost-Vlaanderen en een “schok” in het zuiden van Limburg. Maar hoe noemen de meest inwoners van de Noorderkempen een schommel?
A
een zwier
B
een stuur
C
een touter

Slide 2 - Quiz

“Prikkedoorns”, “Pikkers” of zelfs “Duivelsblad”: het lijkt wel alsof elke gemeente in Vlaanderen een eigen woord voor “brandnetel” heeft. In Oost-Vlaanderen en het oosten van West-Vlaanderen gaan de meeste mensen echter voor één welbepaalde term. Welke?
A
tengel
B
tungel
C
tangel

Slide 3 - Quiz

Het westen van Oost-Vlaanderen sluit zich grotendeels aan bij West-Vlaanderen om een spin te benoemen. Met welk woord kan je daar mensen met arachnofobie of angst voor spinnen de gordijnen in jagen?
A
pisse
B
kobbe
C
delle

Slide 4 - Quiz

“Boterschijter”, “Schoenlappertje” of “Venijnvogel”: ook voor “Vlinder” bestaat een uitgebreide woordenschat in de verschillende dialecten van Vlaanderen. Vlaams-Brabant lijkt echter verdeeld in twee kampen, een in het westen en een in het oosten van de provincie. Om welke twee termen gaat het?
A
pepel en pimpel
B
pepel en snuffel
C
pimpel en pulper

Slide 5 - Quiz

Weer naar West-Vlaanderen, waar het woord dat de meeste mensen voor een “Regenworm” gebruiken mensen van buiten de provincie mogelijk rode oortjes geeft. Om welk woord gaat het?
A
luller
B
foefke
C
tetting

Slide 6 - Quiz

In grote delen van West- en Oost-Vlaanderen noemen ze het een “Molenaar”, in het oosten van Vlaams-Brabant een “Predikant” en de Denderstreek een “Maalder”, maar om welk dier gaat het?
A
mot
B
meikever
C
mier

Slide 7 - Quiz

Wat is een “Zeemtoot”?
A
een West-Vlaamse vleier
B
Een Limburgse gulzigaard
C
een Kempense ruitenwasser

Slide 8 - Quiz

Jeroen Meus is intussen tien jaar aan de slag als chef-kok in “Dagelijkse kost”, maar wat betekent zijn familienaam in het westen van Vlaams-Brabant?
A
pips
B
moes
C
mug

Slide 9 - Quiz

Wat is een “Pimpampoen”?
A
een kleuter in Haspengouw
B
een lieveheersbeestje aan de zee
C
een roomsoes in de Voerstreek

Slide 10 - Quiz