L'adjectif - brugklas - 1TH

1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

L'adjectif - het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
* Het zelfstandig naamwoord:

vb. Ik heb een mooie pen.
       Hij rijdt in een rode auto.
       Zij heeft een klein zusje.

Slide 2 - Slide

en français...
* J'ai un beau stylo.
* Il roule dans une voiture rouge.
* Elle a une petite soeur. 

Slide 3 - Slide

Wat zijn in de volgende zinnen de bijvoeglijke nmw? Van onder naar boven...

* J'ai un beau stylo.
* Il roule dans une voiture rouge.
* Elle a une petite soeur.

Slide 4 - Open question

regardons...
* Je lis un livre intéressant.
* Je lis une histoire intéressante.
* Je lis des livres intéressants.
* Je lis des histoires intéressantes.

Slide 5 - Slide

J'ai un copain...
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 6 - Quiz

Tu as une copine...
A
anglais
B
anglaise
C
anglaisee
D
anglaises

Slide 7 - Quiz

Il a des copains (m)...
A
intéressant
B
intéressantes
C
intéressante
D
intéressants

Slide 8 - Quiz

Nous avons des ... copines (v).
A
jolie
B
joli
C
jolies
D
jolis

Slide 9 - Quiz

résumé
* Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
* Het BN / adjectief past zich aan het zelfstandig naamwoord, zoals in...
* Je lis un livre intéressant.
* Je lis une histoire intéressante.
* Je lis des livres intéressants.
* Je lis des histoires intéressantes.

mannelijk enk.: /     vrouwelijk enk.: +e     
mannelijk meerv.: +s     vrouwelijk meerv.: +es


Slide 10 - Slide