2T. Ch5. E Grammar. Prefixes

Please sit down
Put your book and Ipad facedown on your table

Lesson starts when the timer stops!
timer
2:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Please sit down
Put your book and Ipad facedown on your table

Lesson starts when the timer stops!
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Today
- Question of the day
- Homework check
- Find the rule
- Grammar

Lesson goal:  you can add the correct prefix to 2 words

Slide 2 - Slide

What is your favourite thing to do
at the beach?

Slide 3 - Mind map

Homework check
Do exercise 18abc, 19, 20, 21 on page 66-69


Questions / difficulties?

Slide 4 - Slide

Which app do you use the most?

Slide 5 - Mind map

Find the rule
Open your book on page 74

Do exercise 27

What do you think the rule is about?

timer
3:00

Slide 6 - Slide

Prefixes and Suffixes 
Prefix en Suffix zijn letters die je toevoegt voor (prefix) of na (suffix) een woord. Deze toevoegingen veranderen de betekenis van het woord. 

Prefixes
Non– / un– / im– / il– / in– / ir– / dis- deze geven allemaal de tegenovergestelde betekenis aan een woord
Responsible - Irresponsible 
Verantwoordelijk - Onverantwoordelijk 

Slide 7 - Slide

Prefixes and Suffixes 
Re- betekend opnieuw, terug of in reactie tot wanneer het toegevoegd is aan het begin van een woord.  
turn, visit, play, act
return, revisit, replay, react 

Mis– wordt gebruikt om een negatieve betekenis te geven als het aan het begin van het woord toegevoegd is.  Understand - Misunderstand
Dis– wordt gebruikt voor een negatieve betekenis of het tegenovergestelde aan het begin van het woord. Like - Dislike 

Slide 8 - Slide

Hot tip!
Om dit te leren voor de toets gaan we veel herhalen zodat je de correcte woorden gelijk herkent!

Herhaal zelf ook via Quizlet (click op +)
Basis Quizlet link
Kader Quizlet link

Slide 9 - Slide

Her latest movie is about an (in)....... man.
A
inhappy
B
invisible

Slide 10 - Quiz

Sam Harris is a famous ...... (fiction) writer.
A
nonficition
B
prefiction

Slide 11 - Quiz

I'm sorry for this .......... (understanding)
A
misunderstanding
B
ilunderstanding

Slide 12 - Quiz

It is (im) ....... to do.
A
imlegal
B
impossible

Slide 13 - Quiz

Your e-mail had a lot of mistakes. Can you (re) ...... it please?
A
return
B
rewrite

Slide 14 - Quiz

C Grammar
Open your book on page 75
Do exercise 27, 28ab

Finished? Pracise using Quizlet (+)
Gimkit

timer
5:00
27: lees de tekst. Let goed op de gekleurde woorden. Je mag een woordenboek gebruiken.
28a: omcirkel / onderstreep de correcte woorden.
28b: kies de juiste prefix om in de zinnen te gebruiken. Je kunt elke prefix 1x gebruiken!
Theoretisch Quizlet link

Slide 15 - Slide

Which prefix can you place in front of these words?
-like & -appear

Slide 16 - Open question

Do exercise 27, 28ab on page 74 - 75

Study vocabulary A & C on page 96-97

Slide 17 - Slide